BOEDAPEST - De Hongaarse prijsvechter Wizz Air heeft boekjaar 2021 afgesloten met een nettoverlies van 482 miljoen euro. Door de coronacrisis werd er minder gevlogen en daalde de omzet. Topman Jószef Váradi verwacht ook in 2022 een verlies, maar is hoopvol over 2023.
Wizz Air was één van de weinige Europese luchtvaartmaatschappijen die lange tijd het netwerk overeind wist te houden door de coronacrisis. Door slim te schuiven met capaciteit lag het aantal vluchten hoog, maar uiteindelijk moesten ook de Hongaren buigen voor de strenge reisregels van de verschillende landen. “In het eerste kwartaal van 2022 zitten we nog steeds slechts op 30 procent van onze capaciteit”, verwacht Váradi.
In 2021 vervoerde Wizz Air 10,2 miljoen reizigers. Dat is bijna 75 procent minder dan een jaar eerder. De omzet daalde met ruim 73 procent naar 739 miljoen euro.
Nu de markt zich voorzichtig lijkt te herstellen doordat de internationale reisbeperkingen worden versoepeld ziet Wizz Air licht aan de horizon. “Het jaar 2022 wordt echt een transitiejaar, maar ik verwacht in 2023 weer alle capaciteit te kunnen inzetten”, stelt Váradi.
Om efficiënter te opereren nam Wizz Air afscheid van circa 20 procent van het personeelsbestand. Tegelijk werd er geïnvesteerd in nieuwe vliegtuigen: de vloot wordt geleidelijk vervangen door moderne Airbus A321neo’s.