SCHIPHOL - Overheidsinstanties en private partijen op Schiphol weten onvoldoende van elkaar hoe zij opereren bij een calamiteit op de luchthaven. Dat meldde het NRC Handelsblad dinsdag (4 oktober). De avondkrant concludeert uit het Veiligheidsonderzoek Schiphol 2005 dat overheden, luchtvaartmaatschappijen en andere bedrijven nauwelijks weten hoe de rampenbestrijding is georganiseerd.

Volgens het binnenkort te publiceren onderzoek moet het ministerie van Binnenlandse Zaken moet bij de coördinatie van de rampenbestrijding 'meer proactief leiderschap' tonen. Het NRC publiceerde zaterdag al andere conclusies uit het rapport; zo bleek dat de luchtvaartautoriteiten kwalitatief en kwantitatief tekortschieten op het gebied van luchtvaartveiligheid.

Hoewel de burgemeester van Haarlemmermeer verantwoordelijk is voor de rampenbestrijding op Schiphol, heeft hij niet de wettelijke middelen om alle partijen er bij te betrekken, bijvoorbeeld door het houden van oefeningen. Dat betekent dat geen enkele overheidsinstantie de algehele verantwoordelijkheid heeft voor het organiseren van de rampenbestrijding op Schiphol.

Verantwoordelijken op de luchthaven zeggen dat het twee jaar gekost heeft om het bestaande systeem 'te begrijpen' of dat het een jaar duurde om te achterhalen "hoe hij en zijn organisatie in het rampenbestrijdingssysteem voor Schiphol passen", aldus het onderzoek.

De bevoegdheden van de burgemeesters van Amsterdam, Haarlemmermeer en Haarlem zijn onvoldoende bij wet geregeld. Bovendien zouden grote partijen als de Luchtverkeersleiding Nederland en de KLM te weinig worden betrokken bij voorbereiding, training en oefeningen in rampenbestrijding.