DEN HAAG - De bemanning van een Fokker 50 en/of F60 van de Koninklijke Luchtmacht voert vandaag (9 november) een laagvliegoefening uit boven het Marker- en IJsselmeer. Volgens het ministerie van Defensie bereidt de bemanning zich met deze trainingsvlucht voor op de overname van de Maritieme Patrouille Aircraft (MPA) taak op de Nederlandse Antillen.
De MPA- taak houdt onder meer in dat op lage hoogte boven zee gevlogen wordt. Tot 1 januari 2005 wordt deze taak nog vervuld door de Koninklijke Marine met Lockheed P-3C Orions. De Orions worden de komende tijd buiten gebruik gesteld en zijn inmiddels verkocht aan Duitsland en Portugal.
Bij de laagvliegoefening mag lager worden gevlogen dan gebruikelijk. Boven het Marker- en IJsselmeer mag gevlogen worden tot een minimum hoogte van 100 meter boven de hoogste hindernis. Volgens Defensie worden de vliegroute en vliegsnelheid zodanig gekozen dat overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden. De laagvliegoefeningen worden nog tot 31 december regelmatig uitgevoerd.
De MPA- taak houdt onder meer in dat op lage hoogte boven zee gevlogen wordt. Tot 1 januari 2005 wordt deze taak nog vervuld door de Koninklijke Marine met Lockheed P-3C Orions. De Orions worden de komende tijd buiten gebruik gesteld en zijn inmiddels verkocht aan Duitsland en Portugal.
Bij de laagvliegoefening mag lager worden gevlogen dan gebruikelijk. Boven het Marker- en IJsselmeer mag gevlogen worden tot een minimum hoogte van 100 meter boven de hoogste hindernis. Volgens Defensie worden de vliegroute en vliegsnelheid zodanig gekozen dat overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden. De laagvliegoefeningen worden nog tot 31 december regelmatig uitgevoerd.