AMSTERDAM - De huidige regelgeving in Europa en in Nederland biedt nog onvoldoende mogelijkheden om onbemande vliegtuigen en helikopters in te zetten voor commerciële activiteiten. Dat blijkt uit een workshop die vorige week is gehouden op het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Aan de workshop werd deelgenomen door vertegenwoordigers van onder meer de betrokken ministeries, de industrie en het NLR.

De onbemande vliegtuigen en helikopters, offcieel Mini UAV's (Unmanned Aerial Vehicles), zijn flexibel inzetbaar en bieden volgens het NLR financiële- en milieuvoordelen boven de bemande luchtvaart. Er is een aantal bedrijven in Nederland dat dit soort voertuigen momenteel ontwikkelt en op de markt wil brengen.

Daarnaast is er grote belangstelling van potentiële gebruikers, bijvoorbeeld voor het inspecteren van pijpleidingen, dijken, constructies en gebouwen, en het uitvoeren van politietaken. Mogelijke gebruikers zijn onder meer Defensie en de politie. Defensie schafte eerder al de Aladin aan, een mini tactisch onbemand spionagevliegtuig van Duitse makelij. Deze zal worden ingezet in Afghanistan.

De deelnemende partijen hebben afgesproken een gezamenlijke visie op te stellen over de ontwikkeling van de UAV-markt in Nederland.