DEN HAAG - Doordat éénmotorige lichte propellervliegtuigen onaangekondigd het gecontroleerde luchtruim van Schiphol en andere Nederlandse luchthavens binnenvliegen neemt de kans op botsingen toe. Dat schrijft de Nederlandse verkeersminister Camiel Eurlings dinsdag (28 augustus) in een brief aan de Tweede Kamer. Het ontbreken van een transponder zorgt voor een nog groter gevaar door dit ‘wildvliegen’.
Per jaar vliegen negentig kleinere en ultralichte toestellen zonder toestemming van de luchtverkeersleiding het gecontroleerde gebied rondom een luchthaven binnen, zo schrijft Eurlings naar aanleiding van vragen van het kamerlid Paul Tang (PvdA).
Volgens de minister blijkt uit een analyse dat het onaangekondigd binnenvliegen van gecontroleerd luchtruim met name veroorzaakt wordt door de recreatieve luchtvaart. Dit is onder andere het gevolg van onvoldoende vluchtvoorbereiding, navigatiefouten en/of onjuist gebruik van de hoogtemeter.
“Wanneer het onbekende luchtvaartuig geen werkende transponder voert neemt de kans op een botsing toe aangezien het luchtvaartuig niet zichtbaar is op het radarscherm van de luchtverkeersleider”, schrijft Eurlings. Een ander gevaar is dat het onbekende vliegtuig niet worden gedetecteerd door het antibotsingssysteem aan boord van verkeersvliegtuigen.
Eurlings schrijft inmiddels maatregelen te hebben genomen om het gevaar te verminderen. Deze maatregelen richten zich met name op de recreatieve luchtvaart en bestaan onder andere uit een vliegveiligheidcampagne, herclassificatie van het luchtruim en de verplichting tot het gebruik van de transponder en/of radio in delen van het luchtruim.
Campagne
Ook heeft de minister met de sector afspraken gemaakt over wijziging van de gedragscode "Verantwoord vliegen", verbetering van de opleiding en over een protocol voor naleving van eisen aan vluchtvoorbereiding en onderhoud. In de vliegveiligheidcampagne wordt de recreatieve vlieger gewezen op de veiligheidsrisico's van het ongeautoriseerde binnenvliegen van gecontroleerd luchtruim. Daarnaast vinden dit jaar uitgebreide inspecties plaats bij de recreatieve luchtvaart. Eurlings is van mening dat het veiligheidsbewustzijn van recreatieve vliegers "voor verbetering vatbaar is".
Momenteel geldt voor (gemotoriseerde) vliegtuigen rond Schiphol nog geen transponderverplichting. De bedoeling is volgens de minister dat dit in de loop van 2008 wel verplicht wordt gesteld, net als nu al het geval is rond de luchthaven van Eindhoven. Per 31 maart 2008 geldt ook een transponderverplichting voor niet gemotoriseerde luchtvaartuigen, zoals luchtballonnen, zweef- en zeilvliegtuigen.
Op basis van onder andere het aantal meldingen door luchtverkeersleiders zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) nagaan of de genomen maatregelen effect ressorteren. Ook wordt gekeken op welke wijze het luchtruim georganiseerd moet worden gelet op de groei van het luchtverkeer.
Per jaar vliegen negentig kleinere en ultralichte toestellen zonder toestemming van de luchtverkeersleiding het gecontroleerde gebied rondom een luchthaven binnen, zo schrijft Eurlings naar aanleiding van vragen van het kamerlid Paul Tang (PvdA).
Volgens de minister blijkt uit een analyse dat het onaangekondigd binnenvliegen van gecontroleerd luchtruim met name veroorzaakt wordt door de recreatieve luchtvaart. Dit is onder andere het gevolg van onvoldoende vluchtvoorbereiding, navigatiefouten en/of onjuist gebruik van de hoogtemeter.
“Wanneer het onbekende luchtvaartuig geen werkende transponder voert neemt de kans op een botsing toe aangezien het luchtvaartuig niet zichtbaar is op het radarscherm van de luchtverkeersleider”, schrijft Eurlings. Een ander gevaar is dat het onbekende vliegtuig niet worden gedetecteerd door het antibotsingssysteem aan boord van verkeersvliegtuigen.
Eurlings schrijft inmiddels maatregelen te hebben genomen om het gevaar te verminderen. Deze maatregelen richten zich met name op de recreatieve luchtvaart en bestaan onder andere uit een vliegveiligheidcampagne, herclassificatie van het luchtruim en de verplichting tot het gebruik van de transponder en/of radio in delen van het luchtruim.
Campagne
Ook heeft de minister met de sector afspraken gemaakt over wijziging van de gedragscode "Verantwoord vliegen", verbetering van de opleiding en over een protocol voor naleving van eisen aan vluchtvoorbereiding en onderhoud. In de vliegveiligheidcampagne wordt de recreatieve vlieger gewezen op de veiligheidsrisico's van het ongeautoriseerde binnenvliegen van gecontroleerd luchtruim. Daarnaast vinden dit jaar uitgebreide inspecties plaats bij de recreatieve luchtvaart. Eurlings is van mening dat het veiligheidsbewustzijn van recreatieve vliegers "voor verbetering vatbaar is".
Momenteel geldt voor (gemotoriseerde) vliegtuigen rond Schiphol nog geen transponderverplichting. De bedoeling is volgens de minister dat dit in de loop van 2008 wel verplicht wordt gesteld, net als nu al het geval is rond de luchthaven van Eindhoven. Per 31 maart 2008 geldt ook een transponderverplichting voor niet gemotoriseerde luchtvaartuigen, zoals luchtballonnen, zweef- en zeilvliegtuigen.
Op basis van onder andere het aantal meldingen door luchtverkeersleiders zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) nagaan of de genomen maatregelen effect ressorteren. Ook wordt gekeken op welke wijze het luchtruim georganiseerd moet worden gelet op de groei van het luchtverkeer.
