Airbus verwacht op termijn meer vliegtuigen van het type A350 te kunnen bouwen dan zijn oorspronkelijke doelstelling. Dat meldt de vliegtuigbouwer bij de presentatie van zijn kwartaalcijfers. Daarmee zou Airbus terugkomen op het productieniveau van voor de coronapandemie, toen er maandelijks tien A350's van de band rolden.
Dat doel moet in 2026 worden gehaald. Eerder ging Airbus nog uit van het bouwen van negen vliegtuigen per maand tegen het einde van 2025. Andere doelstellingen bleven ongewijzigd. Zo blijft Airbus vasthouden aan de levering van 720 nieuwe verkeersvliegtuigen in heel 2023. Het bedrijf meldde dinsdag nog dat de teller sinds begin dit jaar op 559 staat.
Vanwege het sterke herstel van de luchtvaartindustrie na de coronacrisis heeft Airbus veel nieuwe orders ontvangen. Tot en met september hebben de activiteiten van Airbus al ruim 42 miljard opgeleverd, meldt het bedrijf woensdag. Dat is 12 procent meer dan het totaal aan inkomsten over de eerste negen maanden van 2022.
Onder de streep bleef wel minder winst over in vergelijking met vorig jaar. Die kwam uit op 2,3 miljard, 9 procent minder dan vorig jaar. De daling komt door een verlies van 400 miljoen euro dat Airbus moest nemen na vertragingen en kostenoverschrijdingen bij ontwikkelingsprogramma's voor satellieten.