Embraer lanceerde het E2-programma tijdens de Paris Air Show van 2013. Zowel van de bestaande Embraer 175 als de 190 en 195 werden E2-varianten op de markt gebracht, die onder andere nieuwe vleugels en motoren kregen om zodoende een stuk zuiniger te kunnen vliegen.

Waar de Brazilianen aanzienlijke successen oogsten met de Embraer 190-E2 en de 195-E2 loopt het niet storm met bestellingen voor de kleinste telg, de 175-E2. De fabrikant mikte met dat type vooral op de Amerikaanse markt, waar op dit moment al veel met de Embraer 175 wordt gevlogen door regionale afdelingen van American Airlines, Delta Air Lines, United Airlines en Alaska Airlines.

Er bestaan strenge afspraken tussen vakbonden en grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen rond het vliegen met regionale toestellen, zoals de Embraer 175. Het aantal stoelen is gelimiteerd op 76 en het maximum startgewicht is vastgesteld op circa 39.000 kilo. Op die manier willen de vakbonden voorkomen dat relatief goedkope piloten van dochtermaatschappijen worden ingezet op vluchten die eigenlijk door de moederbedrijven met eigen toestellen en vliegers zouden moeten worden uitgevoerd.

De Embraer 175 valt met 37.500 kilo binnen die afspraken, maar de bijna 45.000 kilo wegende E2-variant niet. Omdat een wijziging in de afspraken tot dusver niet is gerealiseerd heeft Embraer besloten om de ontwikkeling van de 175-E2 drie jaar stil te leggen. In plaats daarvan wordt op de bestaande Embraer 175 gegokt, die nog steeds verkocht wordt in de VS.