DEN HAAG - De Nederlandse deelname aan de ontwikkeling van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig F-35 Lightning II (JSF) is een “succesverhaal, dat voortgezet moet worden''. Dat zei de Nederlandse staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken donderdag (9 november) bij de ondertekening van een overeenkomst die voorziet in deelname in de vervolgfase van dit toestel.
De ondertekening, vlak voor de verkiezingen, is tegen het zere been van de linkse oppositie, die vreest dat Nederland zich stort in een onzeker avontuur dat de belastingbetaler veel geld kan kosten. CDA, VVD, LPF en de kleine christelijke partijen gaven in de Tweede Kamer desondanks het groene licht.
Van Gennip verweet in haar toespraak de PvdA dat die duizenden banen op het spel wil zetten, en dat niet alleen in de luchtvaartindustrie. De JSF-opdrachten brengen de Nederlandse bedrijven op een technologisch hoger niveau en dat heeft een uitstraling naar meer bedrijfstakken, stelde ze.
In 2002 stapte het tweede paarse kabinet in het project om samen met de Verenigde Staten en nog acht landen de Joint Fight Striker te ontwikkelen. Bij dit programma krijgt de Nederlandse industrie niet vanzelf dezelfde waarde aan JSF-opdrachten als het bedrag dat de Nederlandse overheid erin investeert.
De in het project deelnemende landen dingen alle naar de contracten en degene met de beste prijs-kwaliteitverhouding krijgt de opdracht. Volgens Van Gennip heeft het programma de Nederlandse bedrijven samen tot dusver 720 miljoen dollar (ruim 570 miljoen euro) aan opdrachten opgeleverd.
Na het ondertekenen van de overeenkomst met de Amerikaanse hoofdaannemers van de JSF kan Nederland nog steeds uit het project stappen en de PvdA wil dat ook daadwerkelijk doen. Dat wordt echter steeds duurder naarmate het programma verder gaat. Volgend jaar of uiterlijk in 2008 moet ons land beslissen of het de JSF ook koopt als opvolger van het gevechtsvliegtuig de F-16. Nederland zou 85 toestellen nodig hebben en de kostprijs daarvan is nog niet duidelijk.
Staatssecretaris Van Gennip zei in haar speech verder dat deelname aan de JSF goed is voor de kenniseconomie in ons land en veel extra banen schept over een periode die veertig jaar gaat duren.
(c) ANP
De ondertekening, vlak voor de verkiezingen, is tegen het zere been van de linkse oppositie, die vreest dat Nederland zich stort in een onzeker avontuur dat de belastingbetaler veel geld kan kosten. CDA, VVD, LPF en de kleine christelijke partijen gaven in de Tweede Kamer desondanks het groene licht.
Van Gennip verweet in haar toespraak de PvdA dat die duizenden banen op het spel wil zetten, en dat niet alleen in de luchtvaartindustrie. De JSF-opdrachten brengen de Nederlandse bedrijven op een technologisch hoger niveau en dat heeft een uitstraling naar meer bedrijfstakken, stelde ze.
In 2002 stapte het tweede paarse kabinet in het project om samen met de Verenigde Staten en nog acht landen de Joint Fight Striker te ontwikkelen. Bij dit programma krijgt de Nederlandse industrie niet vanzelf dezelfde waarde aan JSF-opdrachten als het bedrag dat de Nederlandse overheid erin investeert.
De in het project deelnemende landen dingen alle naar de contracten en degene met de beste prijs-kwaliteitverhouding krijgt de opdracht. Volgens Van Gennip heeft het programma de Nederlandse bedrijven samen tot dusver 720 miljoen dollar (ruim 570 miljoen euro) aan opdrachten opgeleverd.
Na het ondertekenen van de overeenkomst met de Amerikaanse hoofdaannemers van de JSF kan Nederland nog steeds uit het project stappen en de PvdA wil dat ook daadwerkelijk doen. Dat wordt echter steeds duurder naarmate het programma verder gaat. Volgend jaar of uiterlijk in 2008 moet ons land beslissen of het de JSF ook koopt als opvolger van het gevechtsvliegtuig de F-16. Nederland zou 85 toestellen nodig hebben en de kostprijs daarvan is nog niet duidelijk.
Staatssecretaris Van Gennip zei in haar speech verder dat deelname aan de JSF goed is voor de kenniseconomie in ons land en veel extra banen schept over een periode die veertig jaar gaat duren.
(c) ANP