DEN HAAG - De Nederlandse overheid mocht kosten voor veiligheidsonderzoeken bij KLM verhalen op de luchtvaartmaatschappij zelf. Dat oordeelt de Raad van State (RvS) vandaag in een uitspraak, waarmee KLM een hoger beroep tegen die gang van zaken heeft verloren. Doorberekening van deze kosten aan werkgevers in de burgerluchtvaart, in dit geval KLM, is volgens de RvS in overeenstemming met de wet.
De kosten werden bij KLM in rekening gebracht tegen een tarief van 132 euro per onderzoek. De kostprijs voor de onderzoeken was 36 euro hoger dan het in 2018 vastgestelde tarief. KLM had bezwaar gemaakt tegen deze kosten. De luchtvaartmaatschappij voerde onder meer aan dat de Staat de tariefverhoging onvoldoende had onderbouwd.
De minister wees de bezwaren van KLM in 2019 af, waarop de luchtvaartmaatschappij naar de rechter stapte. Hoewel de rechtbank in Amsterdam KLM in juni 2021 in het gelijk stelde, gingen zowel de maatschappij als de minister in hoger beroep. De zaak werd in maart bij de Raad van State behandeld.
Tijdens de behandeling wees KLM op het besluit van de overheid, om in 2018 de stijging van de kosten niet volledig bij de werkgevers in rekening te brengen. KLM heeft in het bezwaar uitdrukkelijk gevraagd om de totstandkoming van het tarief inzichtelijk te maken. Omdat de Staat daar pas in het hoger beroep gehoor aan heeft gegeven, oordeelt de afdeling bestuursrechtspraak van de RvS dat Staat de proceskosten en het door KLM betaalde griffierecht voor de behandeling van de bezwaren van samen ruim 2.600 euro moet betalen.