SCHIPHOL - Schiphol gaat samen met het bedrijf ECORⓇ op grote schaal gras verwerken tot producten. Met gemaaid gras van de luchthaven als grondstof maakt ECORⓇ straks 100.000 vierkante meter panelen per jaar. Deze panelen worden op de luchthaven weer ingezet als plafondplaten, scheidingswanden voor bouwgebied, meubilair of vloeren.
“Uit veiligheidsoogpunt wordt het gras op Schiphol onaantrekkelijk gemaakt voor vogels en maaien we het regelmatig. Al dat gras was afval, maar krijgt nu een tweede leven door als grondstof te dienen. Dat past volledig bij onze ambitie om in 2030 een afvalvrije luchthaven te zijn. In 2050 willen we volledig circulair zijn, " aldus Mirjam de Boer, directeur Asset Management bij Schiphol.
Schiphol heeft rondom de start- en landingsbanen zo’n duizend hectare grasland en gaat nu 5000 ton gemaaid gras per jaar bij ECORⓇ aanleveren als grondstof voor nieuwe producten. Bijkomend voordeel is dat gras CO2 opslaat, wat bij hergebruik behouden blijft in plaats van uitgestoten wordt. Het gras wordt bij de verwerking tot product gereinigd en geperst zonder chemicaliën.
De techniek heeft zich inmiddels bewezen
De partijen hebben de afgelopen jaren samengewerkt aan de ontwikkeling van de panelen. Voordat Schiphol en ECORⓇ startten met het produceren op grote schaal, zijn de panelen uitgebreid getest voor gebruik in de praktijk op de luchthaven. De panelen zijn volgens Schiphol gecertificeerd, brandveilig en hebben een vergelijkbare kwaliteit als de bekende MDF-panelen.
De luchthaven staat garant voor afname van een deel van de gefabriceerde producten. Het gebruik ervan wordt in de overeenkomst met de Nederlandse bouwbedrijven waar Schiphol mee samenwerkt verankerd. Het overige deel van de panelen zal aan regionale partijen verkocht worden.
Mirjam de Boer: “Het doel is om na verloop van tijd meer gras aan te leveren, omdat nog niet al het gras op Schiphol naar ECORⓇ gaat. Dan kan de productie van de duurzame producten worden opgeschroefd. Het streven is daarbij om het gras op of rondom Schiphol te verwerken, zodat ook de productie nabij de luchthaven kan plaatsvinden en uitstoot verder beperkt wordt. In de tussenliggende periode, vanaf dit najaar, vindt de verwerking en productie plaats in de ECORⓇ fabriek in Venlo.”