NOORDWIJK - De Koninklijke Luchtmacht en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) willen in 2020 de militaire en de civiele luchtverkeersleidingsdiensten in één organisatie ondergebracht hebben. Dat is maandag (17 mei) bekendgemaakt tijdens een rondetafelconferentie in Noordwijk, die plaatsvond naar aanleiding van het tienjarig jubileum van de Dutch Aviation Group (DAG).

De eerste stappen tot de vergaande organisatorische samenwerking zijn gezet door de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Jansen en bestuursvoorzitter Paul Riemens van LVNL, zo werd maandag bekend.

Het Nederlandse luchtruim is gescheiden in een deel voor de burgerluchtvaart en een militair deel. Civiele vliegtuigen worden begeleid vanuit het luchtverkeersleidingcentrum van LVNL op Schiphol-Oost. Voor de begeleiding van het militaire luchtverkeer in het militaire luchtruimdeel is het Air Operations Control Station in Nieuw Milligen verantwoordelijk.

De verregaande samenwerking van de militaire en civiele luchtverkeersleiding moet uiteindelijk een einde maken aan de scheiding in het Nederlandse luchtruim in een civiel en een militair deel. Dit streven maakt deel uit van een groter initiatief voor de ontwikkeling van één groot gezamenlijk luchtruim van de Benelux-landen, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Deze samenwerking staat bekend als Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).

'Van groot belang'
"Voor Nederland en met name voor de KLM is het besluit van de KLu en LVNL een geweldige stap voorwaarts naar FABEC. Nederland krijgt hiermee een bijzondere positie in de verdere ontwikkeling van deze Europese samenwerking”, aldus Riemens. KLM-topman Peter Hartman, die maandag ook aanwezig was in Noordwijk, noemde de civiel-militaire luchteverkeersleidingssamenwerking “van groot belang voor de mainport Schiphol”.

Het doel van de samenwerking is een efficiënter gebruik van het gezamenlijke luchtruim. Dit moet leiden tot minder omvliegen en dus kortere vliegtijden, minder uitstoot van CO2, lagere operationele kosten voor de luchtvaartmaatschappijen en een betere dienstverlening.

Van onze verslaggever