DEN HAAG - De uiteindelijke verkoopprijs van de Lockheed P-3C Orions van de Koninklijke Marine aan Duitsland en Portugal is voor Nederland ‘alleszins redelijk’. Dat schrijft staatssecretaris Van der Knaap namens de minister van Defensie op vragen van het LPF-kamerlid Herben. Het kamerlid stelde deze vragen naar aanleiding van een uitzending van het televisieprogramma TweeVandaag op 4 februari.
TweeVandaag toonde in de uitzending een zogenaamde kassabon, waarin werd gesteld dat Nederland in totaal 205 miljoen euro te weinig heeft ontvangen voor de verkoop van de Orion-vliegtuigen. Herben wilde daarop een toelichting op welke bedragen gemoeid zijn met het langer openhouden van het Marinevliegkamp Valkenburg en met de inzet van Nederlands marinepersoneel voor de omscholing van hun Duitse collega’s.
Volgens de staatssecretaris is met Duitsland en Portugal langdurig en intensief over de verkoop onderhandeld, wat leidde tot de verkoop van respectievelijk acht en vijf toestellen aan beide landen voor 381 miljoen euro. “Uiteindelijk is een marktprijs overeengekomen waarvoor Nederland bereid was de toestellen te verkopen en die de betrokken landen wensten te betalen”, zo liet hij weten. Voor de geplande afbouwperiode voor het vliegkamp tot 1 januari 2008 is ongeveer 57 miljoen begroot.
Pakistan en India
Daarnaast vroeg Herben zich af waarom de toestellen niet aan Pakistan en India mochten worden verkocht, terwijl de Verenigde Staten dat onlangs wel deed. De staatssecretaris in zijn antwoord: “Wat betreft het midden 2003 geldende Nederlandse wapenexportbeleid naar India en Pakistan is de Kamer op 7 juli 2003 per brief geïnformeerd.”
In deze brief van de minister van Buitenlandse Zaken staat dat voor Pakistan en India - met betrekking tot nieuwe leveranties - voorlopig een terughoudend beleid wordt gehandhaafd. De Orions zijn daarom destijds niet aan India en Pakistan aangeboden. Volgens de staatssecretaris zijn de Verenigde Staten verantwoordelijk voor hun eigen uitvoerbeleid.
“De bewering dat Nederland 205 miljoen te weinig heeft ontvangen, zoals in genoemd TV-programma werd beweerd, is onvoldoende onderbouwd”, vervolgt Van der Knaap. Volgens hem gaat een eerdere vergelijking met de verkoop van Amerikaanse Orions aan Pakistan mank, omdat deze transactie inhoudelijk te veel zou verschillen van de transacties die met Duitsland en Portugal zijn gesloten.
TweeVandaag toonde in de uitzending een zogenaamde kassabon, waarin werd gesteld dat Nederland in totaal 205 miljoen euro te weinig heeft ontvangen voor de verkoop van de Orion-vliegtuigen. Herben wilde daarop een toelichting op welke bedragen gemoeid zijn met het langer openhouden van het Marinevliegkamp Valkenburg en met de inzet van Nederlands marinepersoneel voor de omscholing van hun Duitse collega’s.
Volgens de staatssecretaris is met Duitsland en Portugal langdurig en intensief over de verkoop onderhandeld, wat leidde tot de verkoop van respectievelijk acht en vijf toestellen aan beide landen voor 381 miljoen euro. “Uiteindelijk is een marktprijs overeengekomen waarvoor Nederland bereid was de toestellen te verkopen en die de betrokken landen wensten te betalen”, zo liet hij weten. Voor de geplande afbouwperiode voor het vliegkamp tot 1 januari 2008 is ongeveer 57 miljoen begroot.
Pakistan en India
Daarnaast vroeg Herben zich af waarom de toestellen niet aan Pakistan en India mochten worden verkocht, terwijl de Verenigde Staten dat onlangs wel deed. De staatssecretaris in zijn antwoord: “Wat betreft het midden 2003 geldende Nederlandse wapenexportbeleid naar India en Pakistan is de Kamer op 7 juli 2003 per brief geïnformeerd.”
In deze brief van de minister van Buitenlandse Zaken staat dat voor Pakistan en India - met betrekking tot nieuwe leveranties - voorlopig een terughoudend beleid wordt gehandhaafd. De Orions zijn daarom destijds niet aan India en Pakistan aangeboden. Volgens de staatssecretaris zijn de Verenigde Staten verantwoordelijk voor hun eigen uitvoerbeleid.
“De bewering dat Nederland 205 miljoen te weinig heeft ontvangen, zoals in genoemd TV-programma werd beweerd, is onvoldoende onderbouwd”, vervolgt Van der Knaap. Volgens hem gaat een eerdere vergelijking met de verkoop van Amerikaanse Orions aan Pakistan mank, omdat deze transactie inhoudelijk te veel zou verschillen van de transacties die met Duitsland en Portugal zijn gesloten.