SCHIPHOL - Het aantal mensen dat in het tweede kwartaal aan boord van een vliegtuig stapte was vier keer zo groot als in dezelfde periode een jaar eerder. Toch bleven op de meeste vluchten nog behoorlijk veel stoelen leeg, blijkt uit statistieken van het CBS.
Tussen april en juni pakten 3,9 miljoen reizigers het vliegtuig van en naar de vijf grootste luchthavens van Nederland. Dat zijn er vier keer zoveel als vorig jaar, maar nog altijd 18 miljoen minder dan normaal. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021 was een stijging in het passagiersvervoer te zien van 83 procent.
Vooral na het kabinetsbesluit van 15 mei, waardoor reizen naar landen met relatief weinig coronabesmettingen weer mogelijk werd, steeg het aantal passagiers snel. In mei en juni waren dat er ruim 3 miljoen.
Lege stoelen
De bezettingsgraad van de vliegtuigen steeg door de toename van het aantal passagiers eveneens. Toch waren gemiddeld nog slechts 44 op de 100 stoelen bezet. De bezetting verschilt overigens per vlucht sterk: binnen Europa zitten de vliegtuigen vaak vol, intercontinentaal hebben reizigers vaak meerdere stoelen voor zichzelf.
Spanje in trek
De meeste reizigers (15 procent) vanaf Nederlandse luchthavens hadden Spanje (inclusief de Balearen en Canarische Eilanden) als eindbestemming. De VS was de nummer twee, gevolgd door Groot-Brittannië en Duitsland.
Meer vracht
Zowel in het eerste als in het tweede kwartaal van 2021 was er een toename van het totale gewicht aan door de lucht vervoerde goederen in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder, met respectievelijk bijna 18 en 33 procent.
Op Schiphol, in het tweede kwartaal van 2021 goed voor ruim 93 procent van de in Nederland door de lucht vervoerde vracht, werd 426 duizend ton goederen afgehandeld; een toename van 39 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Op Maastricht Aachen Airport, dat de overige luchtvracht in Nederland verwerkte, daalde het door de lucht vervoerde gewicht aan goederen in dezelfde periode met ruim 18 procent tot bijna 30 duizend ton.
De meeste luchtvracht wordt al jaren verhandeld met Azië, vooral met China. Dat is door het instellen van de maatregelen ter bestrijding van COVID-19 niet veranderd. In het tweede kwartaal van 2021 werd met China 77 duizend ton aan goederen verhandeld, een toename van 7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder en plus ruim 4 procent vergeleken met het tweede kwartaal van 2019. Van de bijna 64 duizend ton via de lucht vervoerde goederen binnen Europa kwam bijna 24 duizend ton voor rekening van Rusland.