SCHIPHOL - Schiphol Group en reisbrancheorganisatie ANVR spannen gezamenlijk een kort geding aan tegen de Nederlandse Staat om de invoering van de vliegbelasting te voorkomen. Dat hebben beide partijen maandagmiddag (4 februari) bekendgemaakt. Beide partijen zeggen het principe van de heffing aan te willen vechten. Het kort geding dient op 5 maart bij de rechtbank in Den Haag.
Onlangs stapte ook de BARIN, de vereniging van luchtvaartmaatschappijen in Nederland, naar de rechter wegens de invoering van de vliegbelasting. Dat geding dient tegelijkertijd, zo meldt Schiphol in een verklaring.
Onder Schiphol Group vallen ook de regionale luchthavens van Rotterdam en Eindhoven. Maastricht Aachen Airport besloot eerder ook al de gang naar de rechter te maken.
Schiphol Group en ANVR en stellen dat de vliegbelasting in strijd is met internationale afspraken en regelgeving. “Bovendien levert de vliegbelasting nauwelijks tot geen milieuwinst op: enerzijds omdat passagiers uitwijken naar en vertrekken vanaf luchthavens in het buitenland, en anderzijds omdat passagiers daarvoor (extra) vervuilende autokilometers moeten maken”, aldus beide partijen.
Als extra argument noemen Schiphol en ANVR het feit dat de heffing niet gekoppeld is aan uitstoot. “Ook ontneemt de belasting de luchtvaartsector de middelen om zelf in maatregelen te investeren.”
Schiphol Group stelde eerder dat de vliegbelasting ten koste gaat van de concurrentiepositie van de luchthaven. Enkele luchtvaartmaatschappijen zijn al vanwege de maatregel vertrokken. De luchthaven vreest daarnaast een daling van het aantal passagiers, en daardoor een verlies aan arbeidsplaatsen.
Schiphol Group en ANVR noemen het “niet verstandig” om alleen in Nederland, zonder overleg met buurlanden een vliegbelasting in te voeren. Ze wijzen erop dat binnen enkele jaren een emissiehandelsysteem voor de luchtvaart wordt ingevoerd.
De vliegbelasting wordt volgens regeringsplannen op 1 juli van dit jaar ingevoerd. De heffing bedraagt 11,25 euro op vluchten korter dan 2.500 kilometer en 45 euro op vluchten langer dan 2.500 kilometer.
Onlangs stapte ook de BARIN, de vereniging van luchtvaartmaatschappijen in Nederland, naar de rechter wegens de invoering van de vliegbelasting. Dat geding dient tegelijkertijd, zo meldt Schiphol in een verklaring.
Onder Schiphol Group vallen ook de regionale luchthavens van Rotterdam en Eindhoven. Maastricht Aachen Airport besloot eerder ook al de gang naar de rechter te maken.
Schiphol Group en ANVR en stellen dat de vliegbelasting in strijd is met internationale afspraken en regelgeving. “Bovendien levert de vliegbelasting nauwelijks tot geen milieuwinst op: enerzijds omdat passagiers uitwijken naar en vertrekken vanaf luchthavens in het buitenland, en anderzijds omdat passagiers daarvoor (extra) vervuilende autokilometers moeten maken”, aldus beide partijen.
Als extra argument noemen Schiphol en ANVR het feit dat de heffing niet gekoppeld is aan uitstoot. “Ook ontneemt de belasting de luchtvaartsector de middelen om zelf in maatregelen te investeren.”
Schiphol Group stelde eerder dat de vliegbelasting ten koste gaat van de concurrentiepositie van de luchthaven. Enkele luchtvaartmaatschappijen zijn al vanwege de maatregel vertrokken. De luchthaven vreest daarnaast een daling van het aantal passagiers, en daardoor een verlies aan arbeidsplaatsen.
Schiphol Group en ANVR noemen het “niet verstandig” om alleen in Nederland, zonder overleg met buurlanden een vliegbelasting in te voeren. Ze wijzen erop dat binnen enkele jaren een emissiehandelsysteem voor de luchtvaart wordt ingevoerd.
De vliegbelasting wordt volgens regeringsplannen op 1 juli van dit jaar ingevoerd. De heffing bedraagt 11,25 euro op vluchten korter dan 2.500 kilometer en 45 euro op vluchten langer dan 2.500 kilometer.