WASHINGTON, D.C. - Luchtverkeersleiders in het New York Air Route Traffic Control Center hebben nu de beschikking over een nieuw systeem voor de afhandeling van vluchten boven de Atlantische Oceaan. Dat maakte de Federal Aviation Administration (FAA) donderdag (24 juni) bekend. Het systeem Advanced Technologies and Oceanic Procedures (ATOP) is ontwikkeld door Lockheed Martin.
Volgens de FAA zorgt ATOP voor voldoende afstand tussen vliegtuigen in gebieden waar er geen radarbereik of direct radiocontact mogelijk is. Het systeem signaleert conflicten tussen vliegtuigen en geeft de luchtverkeersleiders satellietinformatie over de positie van het toestel. De bedoeling is dat ATOP het intensieve handmatige proces voor de luchtverkeersleiders reduceert wanneer het gaat om verzoeken van luchtvaartmaatschappijen om efficiënte vluchtroutes.
“Met het systeem kunnen luchtvaartmaatschappijen brandstof besparen en tegelijkertijd de hoogste veiligheidsstandaard op transatlantische vluchten hanteren”, aldus FAA-topvrouw Marion Blakey. ATOP verkleind teven de werkdruk voor de verkeersleiders door het gebruik van elektronische ‘vluchtstrips’, in plaats van de huidige arbeidsintensieve papieren versie.
Volgens de FAA zorgt het systeem voor meer capaciteit op transatlantische routes doordat vliegtuigen dichter bij elkaar kunnen vliegen. Dat zorgt ervoor dat maatschappijen vaker op de door hun gewenste route kunnen vliegen, brandstof kunnen besparen en een betere punctualiteit kunnen realiseren.
De FAA wil het ATOP-systeem ook toepassen in de luchtverkeersleidingcentra van Oakland (eind dit jaar) en Anchorage (2006).
Volgens de FAA zorgt ATOP voor voldoende afstand tussen vliegtuigen in gebieden waar er geen radarbereik of direct radiocontact mogelijk is. Het systeem signaleert conflicten tussen vliegtuigen en geeft de luchtverkeersleiders satellietinformatie over de positie van het toestel. De bedoeling is dat ATOP het intensieve handmatige proces voor de luchtverkeersleiders reduceert wanneer het gaat om verzoeken van luchtvaartmaatschappijen om efficiënte vluchtroutes.
“Met het systeem kunnen luchtvaartmaatschappijen brandstof besparen en tegelijkertijd de hoogste veiligheidsstandaard op transatlantische vluchten hanteren”, aldus FAA-topvrouw Marion Blakey. ATOP verkleind teven de werkdruk voor de verkeersleiders door het gebruik van elektronische ‘vluchtstrips’, in plaats van de huidige arbeidsintensieve papieren versie.
Volgens de FAA zorgt het systeem voor meer capaciteit op transatlantische routes doordat vliegtuigen dichter bij elkaar kunnen vliegen. Dat zorgt ervoor dat maatschappijen vaker op de door hun gewenste route kunnen vliegen, brandstof kunnen besparen en een betere punctualiteit kunnen realiseren.
De FAA wil het ATOP-systeem ook toepassen in de luchtverkeersleidingcentra van Oakland (eind dit jaar) en Anchorage (2006).