WASHINGTON - De beide vliegers van een Amerikaans vliegtuig dat vorig jaar op de luchthaven van Lexington (Kentucky) opsteeg vanaf de verkeerde startbaan en crashte, hebben diverse waarschuwingen over het hoofd gezien. Dat concludeert de Amerikaanse transportveiligheidsraad NTSB. Bij het ongeluk met de CRJ100 van Delta Connection (Comair) kwamen 49 van de 50 inzittenden om het leven.
Omdat de baanlengte niet voldoende was om genoeg snelheid te maken stortte het vliegtuig kort na de start neer en vloog in brand. Slechts de copiloot overleefde de crash.
De NTSB concludeert dat de beide vliegers aan aantal belangrijke zaken over het hoofd hebben gezien. Zo waren de taxibanen en de juiste startbaan verlicht, terwijl de verkeerde baan compleet donker was. Het ongeluk gebeurde op 27 augustus 2006 in de vroege ochtend, nog voor zonsopgang.
Waarom de vliegers zo’n grote fouten hebben gemaakt is volgens de NTSB een raadsel. Mogelijk speelde veertig seconden onoplettendheid tijdens het taxiën een rol. Ze hadden het over koetjes en kalfjes, in plaats van dat ze in de gaten hielden waar ze zich bevonden.
De enige verkeersleider die op zich het moment van de crash in de toren bevond is van alle blaam gezuiverd, ondanks dat hij met zijn rug naar de situatie toe stond. De Federal Aviation Administration wordt door de NTSB bekritiseerd omdat de regels voor taxiënde vliegtuigen niet duidelijk genoeg zijn.
De NTSB heeft naar aanleiding van de crash een aantal aanbevelingen gedaan. Zo wil de Raad dat verplicht wordt dat alle bemanningsleden hun positie checken wanneer ze de baan op willen taxiën en dit aan elkaar bevestigen. Luchtverkeersleiders mogen niet met administratieve taken bezig houden zolang bewegende vliegtuigen onder hun verantwoordelijkheid vallen.
Omdat de baanlengte niet voldoende was om genoeg snelheid te maken stortte het vliegtuig kort na de start neer en vloog in brand. Slechts de copiloot overleefde de crash.
De NTSB concludeert dat de beide vliegers aan aantal belangrijke zaken over het hoofd hebben gezien. Zo waren de taxibanen en de juiste startbaan verlicht, terwijl de verkeerde baan compleet donker was. Het ongeluk gebeurde op 27 augustus 2006 in de vroege ochtend, nog voor zonsopgang.
Waarom de vliegers zo’n grote fouten hebben gemaakt is volgens de NTSB een raadsel. Mogelijk speelde veertig seconden onoplettendheid tijdens het taxiën een rol. Ze hadden het over koetjes en kalfjes, in plaats van dat ze in de gaten hielden waar ze zich bevonden.
De enige verkeersleider die op zich het moment van de crash in de toren bevond is van alle blaam gezuiverd, ondanks dat hij met zijn rug naar de situatie toe stond. De Federal Aviation Administration wordt door de NTSB bekritiseerd omdat de regels voor taxiënde vliegtuigen niet duidelijk genoeg zijn.
De NTSB heeft naar aanleiding van de crash een aantal aanbevelingen gedaan. Zo wil de Raad dat verplicht wordt dat alle bemanningsleden hun positie checken wanneer ze de baan op willen taxiën en dit aan elkaar bevestigen. Luchtverkeersleiders mogen niet met administratieve taken bezig houden zolang bewegende vliegtuigen onder hun verantwoordelijkheid vallen.