MINNEAPOLIS - Het Amerikaanse Sun Country Airlines gaat op de goedkope toer. De vliegtuigen krijgen meer stoelen en het kostenmodel wordt omgegooid om lagere ticketprijzen te kunnen bieden vanaf thuisbasis Minneapolis.
Binnen de Verenigde Staten zijn verschillende zogeheten Ultra Low Cost Carriers (ULCC) actief, waaronder Spirit Airlines, Frontier en Allegiant Air. In vergelijking met doorsnee prijsvechters is het product van deze luchtvaartmaatschappijen nog verder uitgekleed en moet voor alles worden bijbetaald.
Sun Country wil zich onder leiding van de nieuwe CEO Jude Bricker, afkomstig van Allegiant Air, manifesteren als ULCC. Om te beginnen wordt de vloot gestandaardiseerd op de Boeing 737-800. De zes resterende 737-700’s worden daarom verkocht, waarna hun plek moet worden ingenomen door tweedehands 737-800s.
Aan boord wordt de First Class gehalveerd tot zes stoelen, waardoor er meer Economy-stoelen komen. In totaal krijgen de Boeing 737’s 180 stoelen aan boord. Dat zijn er negen minder dan er maximaal in passen en die bijvoorbeeld Ryanair aan boord heeft. Daardoor behoudt Sun Country haar onderscheidende beenruimte ten opzichte van de concurrentie. Ook overweegt Sun Country om op termijn WiFi te installeren.
Sun Country vliegt niet op Europa, maar heeft op de achtergrond een relatie met Transavia. In het winterseizoen worden toestellen van Transavia regelmatig naar Minneapolis overgevlogen, om voor Sun Country vakantievluchten naar de Caribbean te verzorgen. Andersom huurde Transavia in het verleden in het hoogseizoen ook toestellen van Sun Country voor extra capaciteit.
Onder de bestemmingen van Sun Country bevinden zich op dit moment Aruba en Sint Maarten. Hoe het netwerk er over een aantal jaar uitziet is de vraag, nu het vliegschema wegens de nieuwe focus tegen het licht wordt gehouden.