110 jaar geleden begon Anthony Fokker met het bouwen van zijn Spin in Duitsland. Vrijwel volledig een eigen ontwerp. Uiteindelijk resulterend in een goed draaiende vliegtuigfabriek met een tweede fabriek in de VS.
Een jaar later was ook Frits Koolhoven aan het experimenteren met het bouwen van vliegtuigen, hij begon met een aangepaste Farman, de Heidevogel. Zijn hiermee opgebouwde ervaring resulteerde uiteindelijk, na eerst jarenlang een vliegtuigontwerper te zijn geweest, in een goed draaiende vliegtuigfabriek. Helaas is die met het bombardement op Rotterdam weggevaagd.
In de praktijk worden mensen het best gevormd, hun interesse groeit, zo ook hun kennis van zaken.
Ook tegenwoordig zijn er mensen die naast hun normale beroep een luchtvaarthobby hebben. Vaak komen die mensen uit de commerciële luchtvaart. De een bouwt zweefvliegtuigjes, de ander motorvliegtuigjes. Inmiddels zijn er ook hobbyisten die modelstraalvliegtuigen, inclusief de motor, bouwen.
Dan heb je de hobbyisten die echte volwaardige vliegtuigen bouwen, waar je alleen of met z’n tweeën in kan vliegen. In Tsjechië zag ik een geheel zelfgebouwde stermotor, gemonteerd op een zelfgebouwde replica van een Fokker Dr1 driedekker.
Het zijn geen grote aantallen mensen die dat doen, in Nederland wellicht een kleine 250, maar het zijn wel mensen met een grote vakkennis, anders begin je er niet eens aan.
In ieder land heb je deze vliegtuigbouwers, sommigen bouwen naar een bestaand ontwerp, anderen bouwen een kit wat ze in onderdelen krijgen aangeleverd.
Een enkeling ontwerpt zijn eigen vliegtuig.
Nederland zou Nederland niet zijn wanneer deze zelfbouwers niet aan (te) strenge regels worden onderworpen. Maar we moeten ze het leven niet onmogelijk maken. Je moet het als overheid juist stimuleren. Helaas wordt dat laatste niet gedaan.
Laten we deze sector met zijn strenge regels eens vergelijken met het wegverkeer. Iedereen mag sleutelen wat hij wil aan zijn auto of vrachtwagen. Even later rijdt dat voertuig met 100 km per uur op 2 meter afstand als tegenligger langs je heen. Verschil snelheid 200 km per uur. Is dat niet ongelooflijk gevaarlijk? Moet dat niet ook onderworpen worden aan strenge regels? Waarom moet dat dan wel met deze kleine vliegtuigjes, ze komen nooit zo dicht langs een tegenligger. Bovendien hebben ze al regels meer dan genoeg waaraan ze moeten voldoen.
Ondanks dat het om een relatief kleine groep gaat wordt alles uit de kast gehaald om deze hobby onmogelijk te maken.
Bij DGLM is een groep ambtenaren fulltime bezig om zo ongelooflijk veel regeltjes te bedenken dat de lol er gauw vanaf is. Totaal zinloos en uiterst kostbaar, deze ambtenaren kunnen vast wel beter werk doen.
Onze Engelse en Duitse buren hebben ook regels opgesteld. Je hoeft het wiel niet nogmaals uit te vinden. Kopieer de Engelse wetgeving, vertaal het naar het Nederlands en klaar. Miljoenen bespaard.
Buitenlandse toestelletjes, zoals experimentele en historische vliegtuigen, mogen straks nog maar 28 dagen in Nederland zijn. Waarom niet langer? Welk doel is hier gediend? Hebben we geen EU met open grenzen? Weten ze bij DGLM niet dat luchtvaarttechnisch Nederland niet meer is dan een hoestbui?
Wanneer nu dit soort toestellen met bosjes uit de lucht vallen kan ik er nog iets bij voorstellen, maar dat is in het geheel niet het geval. De bouwer weet donders goed dat hij zelf er straks in zit.
Wat nu nog het meest verbaast, je mag straks ook niet meer les krijgen in je eigen toestel. Dit is voor mij helemaal onbegrijpelijk. Het is veiligheid verhogend maar mag niet meer.
Ik begin mij af te vragen wat voor een mensen tegenwoordig bij onze oude Rijksluchtvaartdienst aan het werk zijn. Worden er wel eisen gesteld aan deze functionarissen, hebben zij wel een vorm van technisch inzicht? Kunnen zij zich wel inleven in de situatie? Zitten daar ook mensen met enige vorm van een luchtvaarttechnische achtergrond? Of zijn het allemaal juristen die alles zo indekken dat je je stoel niet meer uit durft te komen?
In Frankrijk heb je bij veel dorpen en stadjes vliegveldjes, met hun eigen vliegclub. Die bouwen hun eigen vliegtuigen en gebruiken die voor lesvluchten voor hun eigen leden, zo kan je de tarieven zo laag mogelijk houden. Een uurtje vliegen met instructeur voor 60 euro, waar kan je dat?
Over lage tarieven, de hele luchtvaartsector in Nederland heeft al jaren lang de hoogste tarieven ter wereld, waarin een klein land groot kan zijn. Waarom? Omdat een vorige minister vond dat een deel van de Rijksluchtvaartdienst geprivatiseerd moest worden en ze koos voor Kiwa, geen ervaring op dit gebied, maar waarin haar man aandelen had. De tarieven vlogen omhoog en zo ook de aandelen. Nu wordt deze sector weer bedreigd, nu mag vrijwel niets meer. Dit moet gestopt worden, laat de huidige minister van Infrastructuur en Waterstaat ingrijpen. Geen wetgeving die beperkender is dan de Duitse of Engelse wetgeving op dit gebied.
Een ding is wel duidelijk, Het is tijd voor een frisse wind door het ministerie DGLM, directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, de vroegere Rijksluchtvaartdienst. Ze zijn de weg kwijt, de huidige voorstellen, die mogelijk bekend worden gemaakt in de Staatskrant na de zomer, zijn gewoon belachelijk. Er moeten functionarissen komen met echte luchtvaartkennis.
Wanneer DGLM doorgaat met zijn onzalige plannen om de experimentele en historische vliegtuigen het leven zuur, zo niet onmogelijk te maken, zullen we nooit meer een Frits Koolhoven of een Anthony Fokker krijgen.
Paul Grove
[email protected]