Er wordt stevig op de cockpitdeur geklopt. De copiloot kijkt op de monitor en ziet de purser aan de andere kant van de deur staan. Als we haar binnen laten, laat ze er geen gras over groeien.
“We hebben drie passagiers, meneer en mevrouw Patel, die samen met hun dochtertje naar Washington gaan en die vragen zich af waarom we daar net overheen gevlogen zijn. En waarom het nog ruim twee uur duurt voordat we gaan landen. Ze zijn echt over de rooie, ze schreeuwen nog net niet.”
Het opgewonden verhaal van de purser verstoort het prachtige uitzicht langs de Amerikaanse oostkust. Onze purser gaat onverstoord door: “Het is echt een securityprobleem als ze in het verkeerde vliegtuig zitten. Het is duidelijk dat er fouten gemaakt zijn. Wij gaan naar Dallas en zij gaan naar Washington.”
Ik probeer eerst maar eens een volledig beeld te krijgen van de verwarrende situatie: “Wat staat er op hun boardingpas?”
“Ja, daar staat Dallas op, Dallas-Fort Worth, onze bestemming.”
“Wat is dan het probleem?”
Nu wordt ieder woord nadrukkelijk gespeld: “Zij hebben een ticket gekocht naar Washington!”
Ik begrijp er niets van: “Maar ze hèbben een ticket naar Dallas?”
“Ja ha, maar ze mòeten naar Washingtòn en ze beweren bij hoog en bij laag dat ze dat bij het reisbureau ook dui-de-lijk hebben aangegeven.”
Opeens zie ik de situatie voor me. Meneer en mevrouw Patel hebben na maanden van voorbereiding de stoute schoenen aangetrokken en gaan naar het reisbureau om de reis van hun leven te boeken.
Ze gaan naar familie in Washington en hebben ontdekt dat Washington meerdere vliegvelden heeft. Het vliegveld waar zij naartoe moeten ligt nog geen tien kilometer bij hun familie vandaan. Een goede voorbereiding is het halve werk.
De reisagent vraagt waar de reis naartoe gaat en meneer Patel zegt op zelfverzekerde toon: “Wij gaan naar Amerika, naar Dulles.” Want zo heet het vliegveld van Washington. Zoals Amsterdam Airport voor ons voor altijd Schiphol blijft.
Terwijl de reisagent lekker op zijn computer rammelt, kijkt meneer Patel triomfantelijk om zich heen. Hij weet toch maar mooi dat het vliegveld van Washington, Dulles heet. In no time liggen de tickets voor het hele gezin op de desk. De tickets naar Dallas. What’s in a name?
“En wat nu?” De purser zit nog iets teveel op het spoor van de security. Het zou ook echt een probleem zijn als er passagiers met tickets voor een andere vlucht aan boord zitten, maar dat is vandaag gelukkig niet het geval.
“We gaan meteen een berichtje versturen naar de stationmanager in Dallas, dan kan die alvast bedenken hoe hij deze mensen kan helpen om zo snel mogelijk bij hun familie in Washington te komen.”
Zo gezegd, zo gedaan en na aankomst in Dallas kan onze Texaanse staf de familie Patel verder helpen richting Washington. Dat verloopt deze keer vrij soepel, al moeten ze natuurlijk wel iets bijbetalen.
Als ik de stationmanager bedank voor zijn snelle actie, verklaart hij met een zucht: “Tsja, het is natuurlijk niet de eerste keer dat we dit meemaken.”
Jan Cocheret
[email protected]
Deze column verscheen eerder in Luchtvaartnieuws Magazine. Lees iedere maand zijn nieuwste column in het magazine.