DRIEBERGEN - Zware onweersbuien zijn de schrik van elke piloot. Om een weerfront te vermijden moet de vliegroute steevast worden verlegd. Dat kan veel tijd, brandstof en dus geld kosten. Jeroen Vandenbussche, student Lucht- en Ruimtevaarttechniek in Delft, heeft iets bedacht waardoor de overlast zoveel mogelijk beperkt wordt.
Voor zijn afstudeeropdracht is Vandenbussche bezig met een experiment, genaamd 'Direct manipulation interface for 4D trajectory planning'. Daarvoor ontwikkelde hij drie interfaces, waarmee de piloot de vliegroute kan aanpassen in het geval deze wordt geblokkeerd door een zware onweerskern.
"Dit maakt het voor de piloot mogelijk snel een nieuwe route uit te kiezen, om de weerskern heen. De interface voorziet ook in hulp voor de vlieger voor een zo optimaal mogelijke nieuw gekozen route", meldt Vandenbussche, die nog tot 21 juli aan het experiment werkt, aan Luchtvaartnieuws. Hiervoor wordt ook de medewerking van vrijwillige piloten gevraagd.
In de praktijk betekent het experiment dat de vlieger met een klik op de muis een 'waypoint' kan kiezen, en deze naar een nieuwe positie kan slepen. Tijdens deze handeling ontvangt de piloot informatie over de te verwachten vertraging, en de positie waarnaar de waypoint het beste kan worden geplaatst om de vertraging zoveel mogelijk te beperken. Hoewel er zich al een flink aantal vliegers hebben aangemeld, zijn meer vrijwilligers welkom. "Hoe meer piloten hoe beter dat is voor de onderzoeksresultaten", aldus de Vlaamse TU-student.
Tijdens het experiment wordt de piloot 36 verschillende scenario's geboden waarin hij de vliegroute moet verleggen rond een onweerskern. Het experiment duurt voor de deelnemers een halve dag en vindt plaats op het terrein van de TU in Delft. Vandenbussche werkt samen met twee begeleiders van de TU aan het experiment. Daarna verwerkt hij de onderzoeksresultaten in een scriptie welke hij op 12 augustus moet verdedigen.
Of het systeem ook in de praktijk kan worden toegepast moet de toekomst uitwijzen. Maar volgens Vandenbussche is implementatie in de huidige Flight Management Systems van verkeersvliegtuigen mogelijk.
Voor zijn afstudeeropdracht is Vandenbussche bezig met een experiment, genaamd 'Direct manipulation interface for 4D trajectory planning'. Daarvoor ontwikkelde hij drie interfaces, waarmee de piloot de vliegroute kan aanpassen in het geval deze wordt geblokkeerd door een zware onweerskern.
"Dit maakt het voor de piloot mogelijk snel een nieuwe route uit te kiezen, om de weerskern heen. De interface voorziet ook in hulp voor de vlieger voor een zo optimaal mogelijke nieuw gekozen route", meldt Vandenbussche, die nog tot 21 juli aan het experiment werkt, aan Luchtvaartnieuws. Hiervoor wordt ook de medewerking van vrijwillige piloten gevraagd.
In de praktijk betekent het experiment dat de vlieger met een klik op de muis een 'waypoint' kan kiezen, en deze naar een nieuwe positie kan slepen. Tijdens deze handeling ontvangt de piloot informatie over de te verwachten vertraging, en de positie waarnaar de waypoint het beste kan worden geplaatst om de vertraging zoveel mogelijk te beperken. Hoewel er zich al een flink aantal vliegers hebben aangemeld, zijn meer vrijwilligers welkom. "Hoe meer piloten hoe beter dat is voor de onderzoeksresultaten", aldus de Vlaamse TU-student.
Tijdens het experiment wordt de piloot 36 verschillende scenario's geboden waarin hij de vliegroute moet verleggen rond een onweerskern. Het experiment duurt voor de deelnemers een halve dag en vindt plaats op het terrein van de TU in Delft. Vandenbussche werkt samen met twee begeleiders van de TU aan het experiment. Daarna verwerkt hij de onderzoeksresultaten in een scriptie welke hij op 12 augustus moet verdedigen.
Of het systeem ook in de praktijk kan worden toegepast moet de toekomst uitwijzen. Maar volgens Vandenbussche is implementatie in de huidige Flight Management Systems van verkeersvliegtuigen mogelijk.