DERBY - De coronacrisis heeft de Britse vliegtuigmotorfabrikant Rolls-Royce in de eerste helft van dit jaar diep in de rode cijfers geduwd. Luchtvaartmaatschappijen annuleerden orders en stelden de levering van nieuwe vliegtuigen uit. Ook was er minder vraag naar nieuwe onderdelen en onderhoudsdiensten.
Het verlies liep op tot zo’n zes miljard euro en viel extra hoog uit door boekhoudkundige afschrijvingen. De omzet daalde met meer dan een kwart tot 6,2 miljard euro.
Rolls-Royce ziet zich genoodzaakt om in te krimpen en wil bedrijfsonderdelen verkopen. Daarbij wordt het Spaanse dochterbedrijf ITP Aero als eerste in de etalage gezet.
Daarnaast wil Rolls-Royce vestigingen sluiten en worden banen geschrapt. Bij de bedrijfsdivisie die zich bezighoudt met motoren voor verkeersvliegtuigen verdwijnen wereldwijd achtduizend banen. Vierduizend ontslagen zijn al ingevuld.
Stephen Daintith kondigde donderdag zijn vertrek als financieel directeur van Rolls-Royce aan. De onderneming is inmiddels begonnen met de zoektocht naar een opvolger.
Het aandeel Rolls-Royce verloor donderdagochtend 7,6 procent aan waarde.