Transavia heeft van de Arbeidsinspectie een boete van ruim 46.000 euro gekregen omdat het in 2021 stagiairs als volwaardige medewerkers inzette. Ook moet de luchtvaartmaatschappij de zestig stagiairs met terugwerkende kracht loon en vakantiebijslag betalen. Dat kost de luchtvaartmaatschappij in totaal 623.000 euro.
Het gaat om stagiairs die van februari tot en met juni 2022 stage liepen en volgens de inspectie oneerlijk zijn behandeld. Zij voerden dezelfde taken uit en hadden dezelfde verantwoordelijkheden en werkschema's als cabinemedewerkers, maar ontvingen slechts een stagevergoeding.
De Arbeidsinspectie onderzocht de zaak en concludeerde vorig jaar juni al dat er sprake was van een arbeidsrelatie en dat de studenten onderbetaald waren. Daarbij werd de naam van Transavia niet genoemd. Maar destijds bevestigde Transavia dat het om de Nederlandse budgetmaatschappij ging. Een woordvoerder van de inspectie geeft nu aan dat het dezelfde zaak betreft.
De zestig studenten waren afkomstig van vijf verschillende mbo-instellingen. De Arbeidsinspectie heeft met de onderwijsinstellingen gesproken om te benadrukken dat tijdens de stages van studenten het leeraspect centraal moet staan. Werkgevers mogen deze stagiairs niet als volwaardig werknemer inzetten.
Transavia liet vorig jaar al weten het belangrijk te vinden mbo-studenten praktijkervaring op te laten doen, maar dat na het onderzoek van de Arbeidsinspectie aanpassingen zijn doorgevoerd in samenspraak met mbo-scholen en stagiairs. De budgetmaatschappij meldt nu via een woordvoerder kennisgenomen te hebben van het boeterapport en zich hierin te gaan verdiepen.