Oudere piloten met meer dan 5.500 vlieguren hebben vijftig procent minder kans op een crash dan vliegers die jonger zijn en minder ervaren. Dat is althans de conclusie van een onderzoek, dat werd gedaan onder ruim 3.300 piloten. Tijdens het onderzoek van Johns Hopkins Medical Institutions maakten de piloten 12.9 miljoen vlieguren en vonden er 66 crashes plaats. Dit komt neer op een gemiddelde van 5,1 crash per een miljoen vlieguren. De kans om neer te storten bleef stabiel bij piloten in de leeftijdscategorie van 50 tot 60 jaar. De Federale luchtvaartwetgeving verbiedt piloten van boven de zestig nog te vliegen, maar nog niet eerder werd aangetoond dat er een verband zou bestaan tussen de leeftijd van een vlieger en de veiligheid. Bij het uitoefenen van taken die verband houden met het vliegen zelf zoals starten en landen, beslissingen nemen en dergelijke is er geen significant verschil tussen de oudere piloten en hun jongere collega’s. Dat heeft te maken met de strenge medische keuring en de daarop volgende periodieke onderzoeken naar de fysieke gesteldheid van beroepsvliegers. Van de piloten, die bij het onderzoek waren betrokken, was 99 procent van het mannelijk geslacht. 69 procent van de onderzochten was tussen de 45 en 49 jaar oud. De piloten hadden er gemiddeld 9.749 vlieguren op zitten, waarvan 287 in de laatste zes maanden voorafgaande aan het onderzoek. Het grootste deel van de vliegers (86 procent) had geen problemen met de gezondheid. 68 Procent had corrigerende lenzen nodig. Bij het onderzoek werd gebruik gemaakt van gegevens van de Federal Aviation Administration (FAA), de National Transportation Safety Board (NTSB) en de National Death Index. Aangetoond werd, volgens de onderzoekers, dat de biologische leeftijd weinig van doen heeft met de veiligheid. Eerder speelt een rol aspecten die samenhangen met de leeftijd zoals gezondheid en vliegervaring. De onderzoeksresultaten werden gepubliceerd in de editie van 15 mei van de American Journal of Epidemiology.