DEN HAAG - De Onderzoeksraad voor Veiligheid wil dat minister van Defensie Hennis-Plasschaert opheldering vraagt aan haar Amerikaanse collega. Reden is een gebrek aan medewerking aan een onderzoek naar een bijna-botsing van een KLM-vliegtuig met een F-15 van de U.S. Air Force. Het incident op 19 april 2012 werd volgens de Onderzoekraad veroorzaakt door onvoldoende voorbereiding van de militaire vliegoefening 'Frisian Flag'.
Het passagiersvliegtuig, een Fokker 70 van KLM Cityhopper onderweg van Amsterdam naar het Noorse Sandefjord, vloog met 45 mensen aan boord op een reguliere luchtroute voor verkeersvliegtuigen. Deze route lag in het oefengebied van de militaire oefening ‘Frisian Flag’. De straaljager, een F-15C van de Amerikaanse luchtmacht, deed daaraan mee.
De bijna-botsing gebeurde nadat de straaljager het passagierstoestel voorlangs had gepasseerd. De gevechtsleider liet de straaljager vervolgens weer in de richting van het verkeersvliegtuig draaien. Hierdoor passeerde de straaljager het verkeersvliegtuig opnieuw, met een bijna-botsing als gevolg. De afstand bedroeg toen 722 meter; het hoogteverschil was 156 meter. Het Traffic Alert and Collision Avoidance System (TCAS) in de Fokker 70 gaf een zogeheten Resolution Advisory om te klimmen, waarna de bemanning een klim uitvoerde om een mogelijke botsing te voorkomen. De piloot van de F-15 ondernam eveneens actie.
Voorrang
De OVV concludeert dat de Koninklijke Luchtmacht er bij de voorbereiding van de oefening van uitging dat het toegewezen Duitse luchtruim zonder beperkingen voor de oefening beschikbaar was en was vooraf niet op de hoogte van de luchtroute. Er was geen rekening gehouden met de aanwezigheid van passagiersvliegtuigen. In tegenstelling tot Nederland worden reguliere routes voor de burgerluchtvaart in Duitsland niet gesloten als die in het luchtruim van een militaire oefening liggen. Wel geldt dat militaire vluchten voorrang moeten verlenen aan de burgerluchtvaart.
Volgens de Onderzoekraad werd pas tijdens Frisian Flag de luchtroute voor passagiersverkeer bekend bij de oefenleiding; gevechtsvliegers zagen in de dagen voorafgaand aan het incident passagiersvliegtuigen in het Duitse deel van het oefengebied. Dit werd gerapporteerd aan de oefenleiding. De luchtgevechtsleider had zijn leidinggevende twee dagen voordat de bijna-botsing plaatsvond, laten weten bezorgd te zijn over de aanwezigheid van de luchtroute. Adequate maatregelen bleven volgens de OVV uit.
Opheldering
Opvallend is het gebrek aan medewerking van de Amerikanen aan het Nederlandse onderzoek, waardoor het onderzoek werd belemmerd. “De vragen van de Onderzoeksraad aan de F-15 piloot, onder meer over zijn bekendheid met de luchtroute voor passagiersvliegtuigen en over de communicatie met de militaire gevechtsleider, zijn niet beantwoord. Ondanks herhaalde verzoeken wilde de Amerikaanse luchtmacht hier niet aan meewerken. Dat heeft het onderzoek belemmerd”, concludeert de Onderzoeksraad. Voorzitter Tjibbe Joustra heeft de minister van Defensie deze week verzocht opheldering te vragen bij haar Amerikaanse collega.
De Koninklijke Luchtmacht heeft naar aanleiding van het incident wel maatregelen getroffen. Zo wordt bij oefeningen voortaan uitdrukkelijk rekening gehouden met de aanwezigheid van passagiersvliegtuigen. Ook zal de leiding zeker stellen dat alle deelnemers voldoende zijn voorbereid en getraind om veilig mee te doen aan grootschalige oefeningen, zo meldt de Onderzoeksraad.
Klik hier om het onderzoek te lezen.
Van onze redactie
Onderzoek naar bijna-botsing Fokker 70 met straaljager