Elke zomer gingen wij op vakantie naar Zuid Frankrijk, naar onze vaste stek genaamd Camping De La Plage in Puy l’eveque. Een klein dorpje gedrapeerd op een heuvel in het centraal massief met een camping vol vrienden en bekenden. De zomervakanties daar waren altijd een groot feest. Moules frites, zwemmen in de rivier naast de camping en spelen met Franse vriendjes, ondanks de taal barrière. Bovendien was er de omgeving waar je als kind in opgroeide die een vertrouwd gevoel gaf, vakantie begon pas op die camping!
Maar de zomer van 1993 bracht iets anders, telkens onder het spelen werd ik afgeleid door een brommend geluid van boven. Gebiologeerd door dat vreemde apparaat wat telkens boven de camping vloog, bleef ik regelmatig stil staan en kijken wat het nou was. Mijn moeder had dit wel door en kwam halverwege de vakantie met een “verrassing”.
“Je mag niet kijken waar we heen gaan”, zei ze nog. Dus ik nog met mijn ogen dicht achterin de auto, op weg naar uhh ja dat wist ik nog niet. Na een kwartiertje rijden kwamen we dan aan bij een leeg grasveld, “nou leuke verrassing”.. zei ik nog toen plotseling een grote deltavlieger met een motor achterop vlak over de auto heen kwam en de landing inzette, toen pas zag ik ook de windzak aan het begin van het veld. Wauw, wat een te gekke verrassing.
Het toestel, een Ultra light kwam langzaam aantaxieën over het veld en stopte bij de windzak. Een forse man stapte uit en begon uit jerrycans zijn toestel te tanken, ondertussen was hij aan het onderhandelen over de prijs en duur van de vlucht. “Cent francs pour les quinze minutes” was de afspraak, en terwijl ik nog alle onderdelen van het toestel vol bewondering aan het bekijken was, werden de voorbereidingen voor de vlucht gemaakt.
“Asseyez vous pour votre baptême de l'air”. Wat, moest ik gaan zitten? Owjee waar zitten de nooduitgangen? Hoe werkt dit ..? De motor werd gestart en we taxieden naar het begin van het veld. Daar werd, na een paar korte checks, vol gas gegeven en na wat geschud en gewiebel kwamen we dan los van de grond. Steeds een stukje hoger tot zo’n 2000 voet. Prachtig, wat een omgeving en wat een heerlijk gevoel dat vliegen. De piloot, monsieur Du Flo maakte zijn rondje (ook over de camping), en vertelde ronduit in het Frans over vanalles. Ik kreeg het allemaal niet mee, ik had mijn vakantieliefde te pakken.
Inmiddels, bijna 18 jaar later, ben ik na een korte omweg bijna klaar met mijn opleiding tot verkeersvlieger. In die 18 jaar heb ik aan veel mogen ruiken en proeven in de luchtvaart en is die liefde altijd gebleven. Sommige noemen het een virus, maar daar is luchtvaart toch echt veelste mooi voor.
Daan Arts
(bijna)Verkeersvlieger