In maart 2020 sloot Nieuw-Zeeland zichzelf af van de buitenwereld in een poging de verspreiding van het coronavirus tegen te houden. De aanpak had succes: het aantal infecties en doden als gevolg van de pandemie waren in de afgelegen eilandenstaat aanzienlijk lager dan in de meeste andere landen.

Maar de economische schade van het isolement was groot, want Nieuw-Zeeland liep veel inkomsten mis. Voorafgaande aan de pandemie was de bijdrage van het internationaal toerisme aan het nationaal inkomen ruim 10 miljard euro op jaarbasis. Van de totale beroepsbevolking was 8 procent werkzaam in de toeristische branche.

Opening vervroegd
Nu het coronavirus wereldwijd op zijn retour is, durft Adern de stap aan om reizigers uit het buitenland weer toe te laten. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om in juli 2022 de grenzen te openen, dit is nu vervroegd naar april-mei. Eerst mogen bezoekers uit buurland Australië weer naar binnen, per 12 april, op 1 mei gevolgd door reizigers uit andere landen.

Vanaf dan zal de regeling van voorheen van kracht zijn: iedere reiziger afkomstig uit een visumvrij land (waaronder de EU-lidstaten, de UK, de VS , Japan en Singapore) mogen dan op Nieuw-Zeelandse luchthavens aankomen. Het enige verschil met ‘vroeger’ is dat passagiers een volledig vaccinatiebewijs moeten kunnen tonen.

In Nieuw-Zeeland zelf is de vaccinatiegraad hoog: 95 procent van de bevolking van 12 jaar en ouder heeft twee prikken gehaald, 72 procent heeft een booster.