Eerder deze maand besloot de PVV-bewindsman om de geluidsoverlast volgend jaar met 15 procent te laten dalen in plaats van 17 procent. Het verzoek om toch bij het oorspronkelijke doel te blijven, leidt volgens hem tot procedures en een vertraging van de plannen.

"Het is slecht voor de omwonenden, want we lopen hierdoor een jaar vertraging op met de maatregelen", zei Madlener vrijdag voor de ministerraad. Om de 17 procent te halen is volgens hem een nieuwe procedure nodig. "Het is bovendien schadelijk voor de luchtvaartsector, want zo'n grote krimp is gewoon niet verantwoord."

Madlener had juist voor 15 procent in plaats van 17 procent gekozen, omdat Schiphol anders nog meer zou moeten krimpen volgens de berekeningen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De luchthaven zou dan terugmoeten naar 467.000 vluchten per jaar. Dat zou grote gevolgen hebben voor de luchtvaartsector.

In de huidige plannen van de minister blijft de krimp 'beperkt' tot een plafond van 478.000 vluchten, al zijn luchtvaartmaatschappijen zoals KLM daar ook niet blij mee. Uiteindelijk moet de geluidshinder van Schiphol met 20 procent dalen: de overige 5 procent wil Madlener later invullen.

Moties hoeven niet opgevolgd te worden
Moties zijn verzoeken aan het kabinet waarvan ministers zelf mogen bepalen of ze die opvolgen of naast zich neerleggen, al maken zij zich met dat laatste niet populair bij de Kamer. Madlener beloofde in het kabinet te overleggen of en hoe hij gehoor gaat geven aan deze motie.

De door Olger van Dijk (NSC) ingediende motie werd donderdagavond laat bij een hoofdelijke stemming door een krappe meerderheid aangenomen: 75 Kamerleden waren voor en 73 tegen. Twee Tweede Kamerleden van VVD en BBB waren namelijk afwezig. NSC staat van de coalitiepartijen bekend als het meest 'luchtvaartkritisch'.