De Nederlandse staat hoeft geen dwangsom te betalen voor elke dag dat het verbod om F-35-onderdelen naar Israël te laten vervoeren, wordt overtreden. Dit heeft de rechtbank in Den Haag vrijdag besloten in een kort geding, aangespannen door meerdere mensenrechtenorganisaties.
Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum wilden dat een dwangsom van 50.000 euro per dag zou worden opgelegd, maar volgens de rechter is niet gebleken dat de Staat "zich niet aan het verbod houdt of niet de bedoeling heeft het verbod na te blijven leven".
Eerder dit jaar werd door het hof geoordeeld dat de Nederlandse staat de uitvoer van F-35 onderdelen met eindbestemming Israël moest staken. De mensenrechtenorganisaties vonden dat dit eerder opgelegde verbod wordt overtreden, omdat de Staat niet ook de door- en uitvoer van deze onderdelen naar andere staten (zoals de VS) heeft stopgezet.
"Sommige van deze vanuit Nederland geleverde onderdelen komen via een omweg alsnog terecht in F-35's, die voor Israël zijn bestemd of waarover Israël beschikt", zo vat de rechter nu samen. De mensenrechtenorganisaties vinden dat het verbod vanuit het hof ook deze uitvoer zou moeten verhinderen.
Het hof heeft echter niets gezegd over het traject dat de F-35-onderdelen afleggen via de andere landen, aldus de rechter. Volgens de rechter hebben de mensenrechtenorganisaties een te ruime uitleg gegeven aan de beslissing van het hof en is duidelijk geworden dat de mensenrechtenorganisaties en de Staat "uiteenlopende visies" hebben op welke invloed de Staat kan uitoefenen op de route die de onderdelen afleggen nadat die bijvoorbeeld naar de VS zijn gegaan.