WASHINGTON - Voor de derde keer in zeven dagen is een ongeïdentificeerd object boven Noord-Amerika neergehaald, deze keer boven het noorden van Canada. Dat meldt de Canadese premier Justin Trudeau zaterdag. Tijdens een gezamenlijke operatie van de Canadese en Amerikaanse luchtmacht boven de provincie Yukon schoot een Amerikaanse F-22 het cilindervormige object uit de lucht.
De Canadese minister van Defensie Anita Anand weigert te speculeren over de oorsprong van het object. Het vloog op een hoogte van ruim twaalf kilometer en vormde een bedreiging voor de burgerluchtvaart, aldus de minister. Anand benadrukt dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat het neergeschoten voorwerp schade heeft veroorzaakt op de grond.
De Amerikaanse luchtruimbewaker NORAD liet eerder weten het object te monitoren. Om wat voor object het gaat is niet bekend. Trudeau zegt contact te hebben gehad met de Amerikaanse president Joe Biden. De Canadese strijdkrachten gaan de wrakstukken analyseren.
Bar winterweer
Het bericht volgt een dag nadat Biden een ander hoogvliegend object boven de staat Alaska liet neerschieten. Het Amerikaanse leger liet zaterdag weten dat nog altijd niet duidelijk is om wat voor object het ging. In een korte verklaring meldde het leger dat het onbekende object nog niet is gevonden in Amerikaanse wateren en dat het onderzoek nog loopt. De bergingsoperatie wordt bemoeilijkt door het barre winterweer in het zoekgebied.
Het object boven Alaska was wel een stuk kleiner dan de Chinese ballon die op 4 februari werd neergehaald en die volgens de Amerikanen door de Chinezen werd gebruikt om te spioneren. Toch was volgens de Verenigde Staten sprake van een veiligheidsrisico voor het vliegverkeer.