DRIEBERGEN - De populariteit van de turboprop neemt de laatste twee jaar sterk toe. Aangewakkerd door de hoge olieprijzen verdringen toestellen als de Q400 of ATR-72 de kleinere straalvliegtuigen steeds meer naar de achtergrond. Reizigers vinden jets meestal comfortabeler. En denken bovendien met een straalvliegtuig veel sneller op de plek van bestemming te zijn. Maar met die tijdwinst valt het echter wel mee, zo blijkt uit een onderzoek van BCD Travel en Zakenreisnieuws.nl.
Op papier staat het aardig: een kruissnelheid van tussen de 800 en 900 kilometer per uur voor de Embraer 145 of Canadair Regional Jet. Tegenover 500 en een beetje voor de Fokker 50 of ATR-72. De populaire turboprop Dash 8 Q400 van Bombardier zit daar wat snelheid betreft ongeveer tussenin. Op lange vluchten werpt de veel hogere snelheid van het straalvliegtuig zonder meer vruchten af. Maar in de praktijk worden op een groot aantal routes - waar dan ook in de wereld - zowel turbopropvliegtuigen als regional jets ingezet. Ook op veel vluchten over een afstand van minder dan 500 kilometer.
Zakenreisonderneming BCD Travel en de website Zakenreisnieuws.nl zetten de vluchttijden van tientallen lijndienstvluchten op een rij. Gekeken werd naar routes waarop zowel turboprops als regional jets vliegen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de verschillen op routes korter dan 300 vliegmijlen (480 kilometer) minimaal zijn. In deze categorie blijken de jets maximaal vijftien minuten sneller te zijn. Voor veel vluchten zijn er helemaal geen verschillen in de dienstregeling zichtbaar, of deze blijven beperkt tot slechts enkele minuten.
Een voorbeeld van een lijndienst waarop zowel turboprops als straalvliegtuigen worden ingezet, is de route tussen Amsterdam en Hannover. KLM vliegt deze route met zowel Fokker 50's als Fokker 70's. Ook op de lijndiensten tussen Amsterdam en Londen City vliegen zowel regional jets (RJ100's) als propellervliegtuigen (F50's). In Europa worden vooral veel binnenlandse routes in Groot-Brittannië met beide vliegtuigtypes onderhouden.
Effect
Uit het onderzoek van en BCD Travel en Zakenreisnieuws.nl komt duidelijk naar voren dat de straalmotor effect heeft als de vliegafstand groter is dan 500 kilometer. Op routes tussen de 300 en 400 mijl (480 en 640 kilometer) is de tijdwinst relatief gezien dubbel zo groot. De verschillen tussen turboprop en straalvliegtuig lopen bij deze vluchten soms op tot boven de dertig minuten. Bij vluchten over een afstand van meer dan 700 kilometer is de hogere kruissnelheid van de jet het beste merkbaar.
De vergelijking tussen de turboprop en de regional jet komt niet alleen aan op kruissnelheid. Na de start klimmen straalvliegtuigen vaker naar een hogere luchtlaag dan propellervliegtuigen en leveren daardoor aan tijd in. Zeker op korte routes bestaan er nauwelijks mogelijkheden om dat verlies te compenseren. Overigens kijken luchtvaartmaatschappijen bij het bepalen van de vliegduur niet alleen naar de snelheid van het vliegtuig en de afstand tussen vertrek en aankomst. Ook het moment waarop de vlucht plaatsvindt is van belang, omdat rekening moet worden gehouden met drukte op de grond en in de lucht.
Van onze redactie
Op papier staat het aardig: een kruissnelheid van tussen de 800 en 900 kilometer per uur voor de Embraer 145 of Canadair Regional Jet. Tegenover 500 en een beetje voor de Fokker 50 of ATR-72. De populaire turboprop Dash 8 Q400 van Bombardier zit daar wat snelheid betreft ongeveer tussenin. Op lange vluchten werpt de veel hogere snelheid van het straalvliegtuig zonder meer vruchten af. Maar in de praktijk worden op een groot aantal routes - waar dan ook in de wereld - zowel turbopropvliegtuigen als regional jets ingezet. Ook op veel vluchten over een afstand van minder dan 500 kilometer.
Zakenreisonderneming BCD Travel en de website Zakenreisnieuws.nl zetten de vluchttijden van tientallen lijndienstvluchten op een rij. Gekeken werd naar routes waarop zowel turboprops als regional jets vliegen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de verschillen op routes korter dan 300 vliegmijlen (480 kilometer) minimaal zijn. In deze categorie blijken de jets maximaal vijftien minuten sneller te zijn. Voor veel vluchten zijn er helemaal geen verschillen in de dienstregeling zichtbaar, of deze blijven beperkt tot slechts enkele minuten.
Een voorbeeld van een lijndienst waarop zowel turboprops als straalvliegtuigen worden ingezet, is de route tussen Amsterdam en Hannover. KLM vliegt deze route met zowel Fokker 50's als Fokker 70's. Ook op de lijndiensten tussen Amsterdam en Londen City vliegen zowel regional jets (RJ100's) als propellervliegtuigen (F50's). In Europa worden vooral veel binnenlandse routes in Groot-Brittannië met beide vliegtuigtypes onderhouden.
Effect
Uit het onderzoek van en BCD Travel en Zakenreisnieuws.nl komt duidelijk naar voren dat de straalmotor effect heeft als de vliegafstand groter is dan 500 kilometer. Op routes tussen de 300 en 400 mijl (480 en 640 kilometer) is de tijdwinst relatief gezien dubbel zo groot. De verschillen tussen turboprop en straalvliegtuig lopen bij deze vluchten soms op tot boven de dertig minuten. Bij vluchten over een afstand van meer dan 700 kilometer is de hogere kruissnelheid van de jet het beste merkbaar.
De vergelijking tussen de turboprop en de regional jet komt niet alleen aan op kruissnelheid. Na de start klimmen straalvliegtuigen vaker naar een hogere luchtlaag dan propellervliegtuigen en leveren daardoor aan tijd in. Zeker op korte routes bestaan er nauwelijks mogelijkheden om dat verlies te compenseren. Overigens kijken luchtvaartmaatschappijen bij het bepalen van de vliegduur niet alleen naar de snelheid van het vliegtuig en de afstand tussen vertrek en aankomst. Ook het moment waarop de vlucht plaatsvindt is van belang, omdat rekening moet worden gehouden met drukte op de grond en in de lucht.
Van onze redactie