AMSTERDAM - De logboeken van voormalig Transaviapiloot Julio Poch bewijzen niet dat hij heeft meegewerkt aan de zogenoemde vluchten des doods in Argentinië. Die conclusie trekt advocaat Geert-Jan Knoops dinsdag op basis van onderzoek dat hij heeft laten uitvoeren.
Knoops zegt dat uit de logboeken blijkt dat Poch een drukbezet jachtvlieger was. Ze zouden geen ruimte overlaten waarin hij zou hebben geleerd een transporttoestel te vliegen, waarmee de dodenvluchten werden uitgevoerd. Die logboeken werden ingevuld door zijn officieren en dat maakt de inhoud volgens Knoops betrouwbaar.
Overigens hadden Argentijnse deskundigen dit ook al in het proces geconcludeerd. Het is verder de vraag of de nieuwe informatie van Knoops nog mag worden ingebracht. Officieel moest alle informatie op 26 september worden ingeleverd. Alleen in bijzondere gevallen kan daarvan worden afgeweken, legt de Nederlandse advocaat uit.
Poch werd op 22 september 2009 in Spanje opgepakt toen hij op het punt stond in Valencia zijn laatste vlucht als Transavia-piloot uit te voeren. Spanje leverde de piloot uit aan zijn vaderland Argentinië vanwege zijn mogelijke betrokkenheid bij de dodenvluchten. Daarbij werden tegenstanders van de militaire dictatuur (1976-1983) in Argentinië vanuit vliegtuigen in zee gegooid.
De zaak kwam aan het rollen nadat hij met Transavia-collega's zou hebben gesproken over zijn verleden. Collega's stapten daarop naar justitie.
Poch is onderdeel van een megaproces tegen 70 verdachten van misdaden tegen de menselijkheid tijdens de militaire dictatuur in Argentinië. Het proces tegen Poch en de andere verdachten begint 25 oktober. Knoops wil de gemaakte analyse daar inbrengen.
(c) ANP