GRONINGEN - Op donderdag 15 september werd het eerste Regionale Luchthaven congres georganiseerd in Groningen. Centraal stond het belang van de kleinere Europese luchthavens in het algehele wereldwijde luchtvaartnetwerk. Er waren verschillende sprekers aanwezig van onder andere de European Regions Airline Association, FlyBe, Antwerpen en Oostende Airport. Het congres was informatief maar weinig inspirerend voor de bezoekers.
De strekking was het grote economische belang van de regionale luchthavens. Nick Mower, General Manager Policy and Technical van de European Regions Airline Association (ERA) benadrukte de jaarlijkse toegevoegde Europese waarde van 47 miljard van de regionale luchtvaart. Ook doet de regionale luchtvaart de werkgelegenheid ten goede, binnen Europa staat deze tak garant voor 280 duizend directe, indirecte en geïnduceerde banen, aldus Mower.
Martin Pears, hoofd netwerk bij FlyBe, benadrukte het grote Europese netwerk van de regionale luchtvaart. Er zijn in totaal 150 duizend verbindingen tussen vele Europese steden mogelijk. Ook sprak hij over de barrières van groei, volgens Pears liggen deze bij de ophoping van verkeer op de mainports, bij het bewustzijn van het bestaan van regionale luchthavens en de bijbehorende verbindingen, bij de competitie tussen de luchtvaart en de mogelijkheden van vervoer over de grond en tot slot de competitie tussen luchtvaartmaatschappijen onderling.
Het laatste woord was voor Marcel Buelens, de CEO van Ostend-Bruges en Antwerp Airport. Hij was het met Pears eens dat de naamsbekendheid van een regionale luchthaven zeer belangrijk is, maar heeft vertrouwen in de toekomst: “Voor mij is iedere regionale luchthaven een ruwe diamant. Ik heb vertrouwen in de toekomst door de visie van de lokale politici en zakenmensen.”