AMSTERDAM - De nieuwe rechten voor vliegtuigpassagiers, die deze week in alle EU landen ingaan, kunnen voor luchtreizigers uiteindelijk wel eens een sigaar uit eigen doos worden, schrijft luchtvaartjournalist Arnold Burlage vandaag in een analyse in De Telegraaf.

Voor passagiers gaat de vliegellende weliswaar geld opleveren, maar voor luchtvaartmaatschappijen, die op de kleintjes moeten letten om niet aan de grond te raken, lijkt het een zwarte dag. Toch valt dat wel mee, ondanks alle boe-geroep. De rollen zouden wel eens kunnen omdraaien, voorspelt Burlage in het ochtendblad.

De directies van vliegmaatschappijen, de prijsvechters en de vakantievliegers voorop, schreeuwen moord en brand tegen de EU-regels, die minimaal een paar honderd euro opleggen als compensatie bij overboekingen, annuleringen en vertragingen.

De ‘boetes’ die passagiers nu gaan opstrijken stijgen ver uit boven de ticketprijzen van soms maar een paar tientjes. Arnold Burlage: "Voor de traditionele luchtvaart is de maatregel veel minder erg. Veel van de compensaties, zij het in minder grote bedragen, worden door die maatschappijen al langer gehanteerd. Het is één van de nog wel eens vergeten verschillen met de prijsvechters, zolang alles goed gaat."

"De vergoedingen, die kunnen nu oplopen tot maximaal 600 euro bij overboekingen, vertragingen en annuleringen, mogen enerzijds een fors extraatje voor gedupeerde reizigers lijken, anderzijds gaan luchtvaartmaatschappijen die schadepost onherroepelijk in hun vliegprijzen doorberekenen", verwacht de luchtvaartjournalist.

Onredelijk voor passagiers
In de financiële compensatie van reisellende schuilt ook een onredelijkheid voor passagiers, die niet door overboekingen, annuleringen en vertragingen worden getroffen.

"Uiteindelijk betalen alle niet getroffen passagiers met een hogere vliegprijs ook het gelag van de maatregel, die EU-commissaris Jacques Barrot uitlegt als passagiersrechten en bescherming tegen overlast, waarop vliegmaatschappijen invloed kunnen hebben", aldus Burlage.

Passagiers die gebruikmaken maken van regionale luchthavens, zoals Rotterdam, Eindhoven, Maastricht en Groningen, hebben nu eenmaal minder kans op bijvoorbeeld vertragingen dan op Schiphol, Frankfurt, Parijs of Londen. Toch gaat de vliegellende op de 'mainport' bij hogere tarieven ook daar geld kosten, terwijl op de grote internationale luchthavens voor getroffen passagiers de kassa rinkelt, stelt Arnold Burlage vast.

De luchtvaartjournalist vervolgt zijn analyse sceptisch: "Nu maar wachten hoe de regeling werkt. In ons land, maar ook in Griekenland, Italië of één van de nieuwe EU-landen in Oost-Europa of bij de nu al meer dan tien prijsvechters, die alleen al van en naar Schiphol vliegen. Of bij de chartermaatschappijen, waarvan sommige de dagelijkse rekeningen soms nu al niet betalen."

"Zijn de vliegmaatschappijen op de afhandeling van ‘boetes’ voorbereid? Is onze luchtvaartinspectie, belast met het toezicht, voldoende toegerust?", vraagt Burlage zich af.

Een slotconclusie: "Extra oppassen dus met welke maatschappijen en van welke luchthavens wordt gevlogen. Al hebben de meeste luchtreizigers dat in ons land door andere regels nog steeds niet voor het kiezen. Reisorganisaties kunnen straffeloos van maatschappij wisselen en milieuvoorschriften beperken regionale luchthavens in hun groei als “bypas” van de grote luchthavens. Misschien dat daar ook in Brussel maar eens naar moet worden gekeken."