BELGRADO - Air Serbia start op 9 december vluchten tussen Belgrado en Tianjin. De luchtvaartmaatschappij zet daarmee een eerste stap op de Chinese markt, en wil in een later stadium meer bestemmingen in het land aan de dienstregeling toevoegen.
Tianjin, dat veertien miljoen inwoners telt, is de belangrijkste havenstad in het noordwesten van China. Via een snelle trein is bovendien Beijing in een half uur bereikbaar.
Air Serbia vliegt straks één keer per week, op vrijdag, van Servië naar China. Wanneer de coronarestricties in het Aziatische land worden versoepeld moeten dat er meer worden. Ook heeft de luchtvaartmaatschappij vluchten naar Beijing en Shanghai op het oog.
Voorganger JAT, de nationale luchtvaartmaatschappij van Joegoslavië, ging Air Serbia eerder al voor met vluchten naar Beijing. Air Serbia hoop niet alleen op point-to-point verkeer, maar wil Chinese reizigers via Belgrado ook doorverbindingen aanbieden, zoals naar Schiphol.
Om over extra capaciteit te beschikken schafte Air Serbia onlangs een tweede Airbus A330-200 aan. Die vloog voorheen voor South African Airways en is getooid met de beeltenis van uitvinder en NASA-grondlegger Michael (Mihajlo) Pupin.