DEN HAAG - Vier Nederlandse F-16-gevechtsvliegtuigen zijn maandag voor het eerst ingezet om het wapenembargo tegen Libië te controleren. Ook het Nederlandse KDC10-tankvliegtuig maakte de eerste operationele vlucht in het kader van de NAVO-operatie.
Dat heeft een woordvoerster van het ministerie van Defensie gezegd. De F-16's stegen aan het begin van de middag vanaf de vliegbasis op het Italiaanse eiland Sardinië op om gedurende ongeveer zes uur te patrouilleren in het luchtruim. Het tankvliegtuig heeft ze onderweg van nieuwe brandstof voorzien.
Bijzonderheden van de vlucht zijn nog niet gemeld. De F-16's houden onder meer toezicht op het vliegverkeer richting Libië en vergaren inlichtingen. De Nederlandse toestellen worden alleen boven zee ingezet en beschieten geen doelen op de grond of op zee. Als ze een verdacht vliegtuig zien, proberen ze er eerst contact mee te krijgen. Als dat niet lukt, kunnen ze een verdacht toestel proberen tot landen te dwingen. Ze mogen daarbij desnoods waarschuwingsschoten lossen, gaf commandant der strijdkrachten Peter van Uhm vorige week in de Tweede Kamer aan.
De in totaal zes F-16's kwamen afgelopen donderdagavond aan op Sardinië. In de afgelopen dagen hebben ze zich voorbereid op de missie en ook testvluchten gemaakt.
Ook de mijnenjager Hr. Ms. Haarlem is inmiddels voor de kust van Libië ingezet om het wapenembargo tegen Libië te handhaven. Ook vergaart het schip informatie over de situatie op zee. "We gaan veel waarnemen en vragen. Elk schip dat zich vreemd gedraagt of niet de informatie geeft waarom we vragen, wordt gerapporteerd", stelde de commandant van de mijnenjager, luitenant-ter-zee der eerste klasse Wilbert van Gemeren.
(c) ANP