AMSTERDAM - De vandaag bekend gemaakte samenwerking tussen Stork en Boeing voor de ontwikkeling van de 747-400 Large Cargo Freighter (LCF) levert de Nederlandse onderneming een ogenschijnlijk onopvallende prestatie op. Door de toetreding tot het LCF-team mag Stork Aerospace zich een belangrijke partner noemen voor de realisatie van het grootste vliegtuig van zowel Airbus als Boeing.

Het Nederlandse bedrijf is al intensief betrokken bij de productie van Airbus' superjumbo A380. En daar komt nu de samenwerking met Boeing voor de ontwikkeling van de reusachtige 747 Large Cargo Freighter bij. Alhoewel er maar drie 747 LCF's worden gebouwd en het aandeel van Stork Fokker relatief beperkt oogt, gaat het volgens Stork Aerospace om een belangrijke opdracht.

Stork neemt de ontwikkeling van de 'pressure bulkhead' voor haar rekening, een ingenieus tussenschot die de scheiding vormt tussen cockpit en laadruimte. De bulkhead is tevens de afscheiding tussen de gedeeltes met en zonder automatische luchtdrukregeling. Bovendien lopen er belangrijke bedradingen door het tussenschot en moet de bulkhead stevig genoeg zijn om de bemanning te beschermen tegen een eventueel schuivende lading. Het zes bij acht meter grote onderdeel krijgt een dikte van 30 tot 35 centimeter en gaat enkele tonnen wegen. Door dat hoge gewicht moet er ook rekening gehouden worden met de balans van het vliegtuig, zowel in geval van een lege vrachtruimte als bij maximale belading.

Extra kosten
Veel tijd om de pressure bulkhead te ontwikkelen heeft Stork Fokker niet. Nog dit jaar moet bij het Taiwanese Evergreen Aviation Technologies Corporation (EGAT) een begin worden gemaakt met de 'bouw' van de eerste 747-400 LCF. Boeing heeft in 2004 twee 747-400's aangeschaft, die door EGAT tot LCF's worden getransformeerd. De aankoop en modificatie van een derde 747 volgt in een later stadium. In 2006 moet de eerst 747-400 Large Cargo Freighter de lucht in om onderdelen van de Boeing 787 Dreamliner van de ene fabriek naar de andere te vervoeren. Boeing loopt tegen flinke extra kosten aan als het LCF-team er niet in slaagt om de aangepaste 747 op tijd te ontwikkelen.

Al met al gaat het volgens Kees de Koning, president van Stork Aerospace, om een project waar de 35 ingenieurs die Stork voor de klus vrijmaakt 'van smullen'. Op de persbijeenkomst die vandaag (18 april) in het Amsterdamse kantoor van Boeing gehouden werd, omschreef De Koning de toetreding tot het LCF-team als een 'opstapje voor Stork' om echt grote klussen bij de Amerikaanse vliegtuigbouwer binnen te slepen. Deelname aan het 787-project is daarbij volgens de Stork Aerospace-president niet uitgesloten. "We voeren daar uiteraard gesprekken over met Boeing. Want wij willen graag laten zien dat we ook bij de uitvoer van grote projecten voor Boeing van waarde kunnen zijn."

De bijdrage van Stork Fokker aan de realisatie van de 747 LCF is voor het Nederlandse bedrijf geen uiterst lucratieve overeenkomst. De Koning: "Uiteraard willen we er wel aan verdienen. Maar we zien het vooral als een nadere kennismaking met de werkwijze van Boeing, op basis waarvan we vervolgens hopelijk verder kunnen samenwerken."

Eén team
Volgens Henk Valk, executive vice president Marketing en Sales bij Stork Fokker, gaat het om een unieke kans voor Stork, omdat de ingenieurs van Stork en Boeing in één team komen te werken. "De integratie van beide teams tot een gezamenlijk team is voor Stork Fokker en Boeing een mogelijkheid om elkaar beter te leren kennen. Dat helpt ons absoluut bij nieuwe situaties waarin Boeing op zoek is naar een ervaren en betrouwbare partner voor de ontwikkeling en productie van onderdelen."

Stork Aerospace is al geruime tijd betrokken bij de ontwikkeling en productie van vliegtuigen en helikopters van Boeing. Zo draagt Stork bij aan de bouw van de Apache gevechtshelikopter en het transportvliegtuig C-17. Ook bij de productie van de 737 AEW&C en 777 is Stork betrokken. In 2004 werd het Nederlandse luchtvaartbedrijf door Boeing beloond met de 'Supplier of the Year' award. Stork Aerospace hoopt echter op een omvangrijke order uit Seattle voor grootschalige deelname aan de productie van een van Boeing's commerciële vliegtuigen.

The Boeing Company genereert net als Stork Aerospace ongeveer vijftig procent van haar inkomsten uit orders afkomstig van commerciële luchtvaartbedrijven. De andere vijftig procent betreft militaire activiteiten.

Door Steven van den Berg