DRIEBERGEN - Een vliegramp met een een Boeing 737 van Skyteam luchtvaartmaatschappij Aeroflot is één van de weinige rampen die de afgelopen tien jaar is voorgekomen in Europa, of waarbij een Europees toestel was betrokken. De twee rampen die elkaar de afgelopen maanden opvolgden van Aeroflot en Spanair zijn binnen Europa als uitzonderlijk te noemen.
Van de 136 geregistreerde incidenten wereldwijd in 2007 vond 10 procent in Europa plaats, maar zonder veel slachtoffers. Dat blijkt uit gegevens van een Zwitsers archief dat vliegincidenten registreert, het BAAA. Luchtvaartnieuws.nl houdt een bestand bij met die uitzonderlijk zijn of waarvan het aantal slachtoffers minimaal 50 personen betreft.
De ramp met het Spannair toestel in Madrid op 20 augustus 2008 eiste 154 levens. Andere ongevallen met veel slachtoffers zijn het neerstorten van een supersonische Concorde van Air France op 25 juli 2000 net buiten Parijs (113 doden) en de botsing tussen een vliegtuig van de Scandinavische SAS en een Duits privétoestel op 8 oktober 2001 op de Milanese luchthaven Linate met 118 doden. Daarnaast botsten 1 juli 2002 botsten boven Zuid-Duitsland een Russische Tupolev en een Boeing-vrachtvliegtuig van DHL tegen elkaar. Alle 71 inzittenden van beide toestellen stierven.
Geen overlevenden waren er eveneens bij de ramp met een Boeing 737 van de Cypriotische luchtvaartmaatschappij Helios Airways met 121 inzittenden. Het toestel stortte op 14 augustus 2005 neer bij Athene. Op 22 augustus 2006 kwamen 170 personen om het leven bij de crash van een Russische Tupolev in het oosten van Oekraïne.
Een van de grootste vliegrampen de vorige eeuw in Europa was het ongeluk met een Turkse DC-10 van Turkish Airlines op 3 maart 1974, die neerstortte op enkele tientallen kilometers van Parijs (346 doden). Het ongeluk met de meeste slachtoffers ooit is nog steeds de catastrofe op het Spaanse eiland Tenerife. Op 27 maart 1977 botste daar een te vroeg vertrekkende Boeing 747 van de KLM op een jumbojet van het Amerikaanse PanAm: 583 mensen vonden de dood in het inferno.
Rampjaar in Nederland
Voor Nederland was 1996 het laatste rampjaar in de luchtvaart met een C-130 Hercules van de Belgische luchtmacht die na de landing op 15 juli op Eindhoven Airport in brand vloog (34 doden). Het toestel vervoerde het fanfarekorps van de Nederlandse landmacht. Op 25 september dat jaar stortte een historische Douglas DC-3 neer bij Texel, waarbij alle 32 inzittenden stierven.
Het laatste grote incident in Nederland in de reguliere burgerluchtvaart was op 4 april 1994 het ongeluk van een Saab 340 van KLM Cityhopper op Schiphol met drie doden. Op 21 december 1992 crashte een DC-10 van Martinair op het vliegveld van het Portugese Faro (56 doden). Op 4 oktober van dat jaar boorde zich een vrachtvliegtuig van de Israëlische El-Al in de Amsterdamse wijk Bijlmermeer. Het merendeel van de 43 doden bevonden zich in een flat die deels werd verwoest.
(c) Reismedia / ANP
Van de 136 geregistreerde incidenten wereldwijd in 2007 vond 10 procent in Europa plaats, maar zonder veel slachtoffers. Dat blijkt uit gegevens van een Zwitsers archief dat vliegincidenten registreert, het BAAA. Luchtvaartnieuws.nl houdt een bestand bij met die uitzonderlijk zijn of waarvan het aantal slachtoffers minimaal 50 personen betreft.
De ramp met het Spannair toestel in Madrid op 20 augustus 2008 eiste 154 levens. Andere ongevallen met veel slachtoffers zijn het neerstorten van een supersonische Concorde van Air France op 25 juli 2000 net buiten Parijs (113 doden) en de botsing tussen een vliegtuig van de Scandinavische SAS en een Duits privétoestel op 8 oktober 2001 op de Milanese luchthaven Linate met 118 doden. Daarnaast botsten 1 juli 2002 botsten boven Zuid-Duitsland een Russische Tupolev en een Boeing-vrachtvliegtuig van DHL tegen elkaar. Alle 71 inzittenden van beide toestellen stierven.
Geen overlevenden waren er eveneens bij de ramp met een Boeing 737 van de Cypriotische luchtvaartmaatschappij Helios Airways met 121 inzittenden. Het toestel stortte op 14 augustus 2005 neer bij Athene. Op 22 augustus 2006 kwamen 170 personen om het leven bij de crash van een Russische Tupolev in het oosten van Oekraïne.
Een van de grootste vliegrampen de vorige eeuw in Europa was het ongeluk met een Turkse DC-10 van Turkish Airlines op 3 maart 1974, die neerstortte op enkele tientallen kilometers van Parijs (346 doden). Het ongeluk met de meeste slachtoffers ooit is nog steeds de catastrofe op het Spaanse eiland Tenerife. Op 27 maart 1977 botste daar een te vroeg vertrekkende Boeing 747 van de KLM op een jumbojet van het Amerikaanse PanAm: 583 mensen vonden de dood in het inferno.
Rampjaar in Nederland
Voor Nederland was 1996 het laatste rampjaar in de luchtvaart met een C-130 Hercules van de Belgische luchtmacht die na de landing op 15 juli op Eindhoven Airport in brand vloog (34 doden). Het toestel vervoerde het fanfarekorps van de Nederlandse landmacht. Op 25 september dat jaar stortte een historische Douglas DC-3 neer bij Texel, waarbij alle 32 inzittenden stierven.
Het laatste grote incident in Nederland in de reguliere burgerluchtvaart was op 4 april 1994 het ongeluk van een Saab 340 van KLM Cityhopper op Schiphol met drie doden. Op 21 december 1992 crashte een DC-10 van Martinair op het vliegveld van het Portugese Faro (56 doden). Op 4 oktober van dat jaar boorde zich een vrachtvliegtuig van de Israëlische El-Al in de Amsterdamse wijk Bijlmermeer. Het merendeel van de 43 doden bevonden zich in een flat die deels werd verwoest.
(c) Reismedia / ANP