DEN HAAG - Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) verwacht niet dat er dit jaar een oplossing wordt gevonden voor de parallelle startproblematiek op de luchthaven Schiphol. Dat laat staatssecretaris Schultz van Haegen weten naar aanleiding van de tweede voortgangsrapportage van de LVNL. Dat betekent een vertraging ten opzichte van de eerdere verwachtingen, die uitgingen van een oplossing van het probleem in de loop van 2005.
LVNL stuurde aan de staatssecretaris de tweede voortgangrapportage, samengesteld aan de hand van de onafhankelijke beoordeling van de problematiek rond het parallel starten vanaf de Zwanenburg- en Polderbaan door het Amerikaanse luchtvaartonderzoeksbureau MITRE.
LVNL-voorzitter Kroese schreef naar aanleiding hiervan in een brief aan de staatssecretaris: “Op grond van de bevindingen tot nu toe komt MITRE tot de conclusie dat de parallel starten problematiek niet eenvoudig te verhelpen zal zijn. Er is naar het oordeel van MITRE terecht besloten tot onderzoek om alternatieve oplossingen te bereiken die tegelijkertijd voldoen aan de eisen op het gebied van veiligheid, capaciteit en milieu.”
De luchtverkeersleidingsorganisatie geeft aan dat er nog geen aanwijzingen zijn dat dit jaar knelpunten met de milieunormen zullen optreden door de parallelle start-problematiek. De staatssecretaris zegt met LVNL te gaan overleggen om te bezien of daadwerkelijk geen eerdere oplossing mogelijk is.
Omwonenden
“Daarnaast vraag ik LVNL een goede communicatie te voeren met alle betrokkenen, in het bijzonder de omwonenden die de consequenties van het afwijkend vliegverkeer ondervinden”, aldus Schultz van Haegen.
Volgens het onderzoek van MITRE handelde LVNL adequaat door de parallel starten procedure stop te zetten totdat de achterliggende oorzaken van de afwijkingen waren beheerst en de veiligheidszorgen van de verkeersleiders waren verholpen.
De achterliggende oorzaken van de afwijkingen en de factoren die bijdragen aan de zorgen over het veiligheidsniveau zijn divers. Het gaat hierbij om onder meer om de technische systeembeperkingen van de diverse, vliegtuigen, verschillen in database codering van flight management systemen, coördinatie tijdens twee-toren operaties en de weersomstandigheden.
LVNL stuurde aan de staatssecretaris de tweede voortgangrapportage, samengesteld aan de hand van de onafhankelijke beoordeling van de problematiek rond het parallel starten vanaf de Zwanenburg- en Polderbaan door het Amerikaanse luchtvaartonderzoeksbureau MITRE.
LVNL-voorzitter Kroese schreef naar aanleiding hiervan in een brief aan de staatssecretaris: “Op grond van de bevindingen tot nu toe komt MITRE tot de conclusie dat de parallel starten problematiek niet eenvoudig te verhelpen zal zijn. Er is naar het oordeel van MITRE terecht besloten tot onderzoek om alternatieve oplossingen te bereiken die tegelijkertijd voldoen aan de eisen op het gebied van veiligheid, capaciteit en milieu.”
De luchtverkeersleidingsorganisatie geeft aan dat er nog geen aanwijzingen zijn dat dit jaar knelpunten met de milieunormen zullen optreden door de parallelle start-problematiek. De staatssecretaris zegt met LVNL te gaan overleggen om te bezien of daadwerkelijk geen eerdere oplossing mogelijk is.
Omwonenden
“Daarnaast vraag ik LVNL een goede communicatie te voeren met alle betrokkenen, in het bijzonder de omwonenden die de consequenties van het afwijkend vliegverkeer ondervinden”, aldus Schultz van Haegen.
Volgens het onderzoek van MITRE handelde LVNL adequaat door de parallel starten procedure stop te zetten totdat de achterliggende oorzaken van de afwijkingen waren beheerst en de veiligheidszorgen van de verkeersleiders waren verholpen.
De achterliggende oorzaken van de afwijkingen en de factoren die bijdragen aan de zorgen over het veiligheidsniveau zijn divers. Het gaat hierbij om onder meer om de technische systeembeperkingen van de diverse, vliegtuigen, verschillen in database codering van flight management systemen, coördinatie tijdens twee-toren operaties en de weersomstandigheden.