De Vereniging van ANVR Reisorganisatoren heeft van haar leden geëist dat zij met ingang van 1 mei 2004 een aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten die voldoet aan een aantal minimumeisen. De risico’s liggen met name in het busvervoer ter plaatse, legionella en de in de pakketreizen opgenomen gevaarlijke activiteiten en sporten.
De verzekerbaarheid blijkt in de praktijk lastig, omdat alle Nederlandse verzekeringsmaatschappijen hebben besloten bij het aflopen van de bestaande verzekeringscontracten geen nieuwe meer af te sluiten. Slechts één Engelse verzekeraar is, na een lange periode waarin verzekeren niet mogelijk was, bereid gevonden contracten aan te gaan met de touroperators, echter tegen zeer hoge premies.
Reisorganisaties, aangesloten bij het ANVR, bieden de consument op vele terreinen zekerheid. Zo hanteren de ruim 180 reisorganisaties de ANVR Reisvoorwaarden, zijn zij aangesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden, de Stichting Geschillencommissie Reizen en het Calamiteitenfonds, rijden zij met Keurmerkbussen en hebben zij als eersten ter wereld een legionella protocol ontwikkeld om de consument zo ver als mogelijk te beschermen. Ook aan milieuzorg wordt aandacht besteed.
De touroperator is vanuit de Europese Richtlijn Pakketreizen (1992) en de daarop gebaseerde Nederlandse wet het eerste en laatste aanspreekpunt voor de reiziger als deze wordt geconfronteerd met ongewenste gevolgen die voortvloeien uit de uitvoering van de reis. Hij regelt en verzorgt alles en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pakketreis. Dit is een vaak weinig benijdenswaardige positie, omdat de touroperator moet instaan voor alle fouten en tekortkomingen van zijn toeleveranciers (vervoerders, autoverhuurders, hoteliers, enz.). Hij doet dit zonder dat hij een wettelijk verankerde mogelijkheid heeft de schade bij de veroorzaker te verhalen.
De touroperator wil zich tegen dit financiële risico indekken, ondanks het feit dat er geen wettelijke verplichting is een WA verzekering te hebben. Overigens leert de ervaring van de laatste jaren dat er heel weinig grote schadeclaims zijn ingediend.
De ANVR plaatst, met ingang van heden, een lijst op haar website met alle ANVR touroperators die reeds de vereiste aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten (85% van de ANVR touroperatormarkt qua omzet). De meeste van de resterende leden hebben wel een verzekering, maar zijn óf nog bezig met de aanvraag óf zijn naar het oordeel van het ANVR nog niet afdoende verzekerd. Uiteraard streeft het ANVR er naar deze touroperators als ANVR lid te behouden, maar voorlopig worden zij geschorst.
De verzekerbaarheid blijkt in de praktijk lastig, omdat alle Nederlandse verzekeringsmaatschappijen hebben besloten bij het aflopen van de bestaande verzekeringscontracten geen nieuwe meer af te sluiten. Slechts één Engelse verzekeraar is, na een lange periode waarin verzekeren niet mogelijk was, bereid gevonden contracten aan te gaan met de touroperators, echter tegen zeer hoge premies.
Reisorganisaties, aangesloten bij het ANVR, bieden de consument op vele terreinen zekerheid. Zo hanteren de ruim 180 reisorganisaties de ANVR Reisvoorwaarden, zijn zij aangesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden, de Stichting Geschillencommissie Reizen en het Calamiteitenfonds, rijden zij met Keurmerkbussen en hebben zij als eersten ter wereld een legionella protocol ontwikkeld om de consument zo ver als mogelijk te beschermen. Ook aan milieuzorg wordt aandacht besteed.
De touroperator is vanuit de Europese Richtlijn Pakketreizen (1992) en de daarop gebaseerde Nederlandse wet het eerste en laatste aanspreekpunt voor de reiziger als deze wordt geconfronteerd met ongewenste gevolgen die voortvloeien uit de uitvoering van de reis. Hij regelt en verzorgt alles en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pakketreis. Dit is een vaak weinig benijdenswaardige positie, omdat de touroperator moet instaan voor alle fouten en tekortkomingen van zijn toeleveranciers (vervoerders, autoverhuurders, hoteliers, enz.). Hij doet dit zonder dat hij een wettelijk verankerde mogelijkheid heeft de schade bij de veroorzaker te verhalen.
De touroperator wil zich tegen dit financiële risico indekken, ondanks het feit dat er geen wettelijke verplichting is een WA verzekering te hebben. Overigens leert de ervaring van de laatste jaren dat er heel weinig grote schadeclaims zijn ingediend.
De ANVR plaatst, met ingang van heden, een lijst op haar website met alle ANVR touroperators die reeds de vereiste aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten (85% van de ANVR touroperatormarkt qua omzet). De meeste van de resterende leden hebben wel een verzekering, maar zijn óf nog bezig met de aanvraag óf zijn naar het oordeel van het ANVR nog niet afdoende verzekerd. Uiteraard streeft het ANVR er naar deze touroperators als ANVR lid te behouden, maar voorlopig worden zij geschorst.